Nieuws
Lunen, Herman Van © Keke Keukelaar AEG BB En Pers

‘Wij wensen u veel succes met uw verdere leven’ is debuut van reclasseringswerker Herman van Lunen

Al vanaf zijn start bij de reclassering in 1998 verwondert reclasseringswerker Herman van Lunen zich over de bijzondere voorvallen in de levens van zijn cliënten. Dit, in combinatie met zijn scherpe observatievermogen en liefde en talent voor schrijven heeft geleid tot zijn debuut in de wereld van de literatuur. Morgen (10 mei) verschijnt zijn boek: ‘Wij wensen u veel succes met uw verdere leven’, waarin de lezer aan de hand van 10 verschillende verhalen een mooie en heldere inkijk in het reclasseringswerk krijgt. De titel slaat op de boodschap waarmee Herman afscheid neemt van zijn reclassenten: “soms duren trajecten enkele weken, vaak meerdere jaren. In die tijd probeer ik mensen de gevolgen van hun handelen te laten inzien en ze te helpen om hun leven weer op de rit te krijgen. Zodat ze iets te verliezen hebben en in het vervolg andere keuzes maken dan voorheen.”

 

Hoe ben je op het idee gekomen om dit boek te schrijven?

“Ik heb altijd al graag geschreven. Vroeger voor bijvoorbeeld schoolkranten, en personeelsbladen en zo. Maar ook over bijzondere gesprekken die ik had met cliënten schreef ik regelmatig een kort verhaal, gewoon voor mezelf. Soms deelde ik die met collega’s. Dat viel in goede aarde. ‘Daar moet je wat mee doen Herman, daar kun wel een boek van maken!’ Kreeg ik dan terug. Na verloop van tijd had ik zo’n 200 van die korte verhalen. Een paar jaar geleden besloot ik dat ik er een boek van wilde maken.

Leidde dat dan meteen al tot de publicatie van je boek?

Nee, dat ging via wat omwegen waarbij ik over een periode van een paar jaar heb gewerkt met verschillende redacteuren. Ik kreeg goede suggesties van een contactpersoon bij een grote uitgever en ben op basis daarvan opnieuw begonnen met schrijven. Hij kreeg op dat moment het boek er niet door bij zijn collega’s. Later kreeg hij een nieuwe baan bij uitgever Thomas Rap en nam contact op. ‘Hier gaat het wel lukken’, vertelde hij. We maakten nieuwe afspraken en daarna ging het snel. Ik zou een hoofdstuk per maand afleveren. De eerste keer dat ik dat deed kreeg ik een verbaasde reactie: ‘Eh ja ok, dankjewel ik heb nu nog even geen tijd om het te lezen’. Het was blijkbaar niet helemaal gebruikelijk dat schrijvers hun deadlines halen.

Was het schrijven te combineren met je baan als reclasseringswerker?

Het schrijven was vooral een kwestie van discipline en rust creëren. Zitten en schrijven. Kinderen op bed, koffie, koptelefoon op en dan schrijven. Als je dat elke avond consequent doet tussen 8 en 11 schiet het op. Na een aantal maanden waren mijn laatste hoofdstukken af. En toen begon het grote schrappen. Overleggen met redacteuren van de uitgever. Soms discussies over een bepaald zinnetje dat ik er per se in wilde houden.

Hoe maakte je de keuze voor de verhalen die je schreef?

Ik ben uitgegaan van verschillende delicten om een zo divers mogelijk beeld van het reclasseringswerk te kunnen schetsen. Huiselijk geweld, winkeldiefstal, stalking, een inbreker, zeden, elektronisch toezicht. Van alles wat eigenlijk. Met telkens heel verschillende cliënten. Ik kon ook putten uit mijn aantekeningen en een rijke ervaring, want ik heb alle reclasseringstaken gedaan. Advies, toezicht, vroeghulp, elektronische toezicht of elektronische monitoring zoals dat nu heet en ik heb vroeger ook in de Bajes gewerkt toen dat nog Penitentiair Reclasseringsaanbod of PRA heette. De verhalen zijn gebaseerd op gebeurtenissen uit casussen waar ik door de jaren heen bij betrokken was en die van collega’s, maar namen, jaartallen, leeftijden, beroepen, woonplaatsen zijn aangepast. Soms zijn elementen uit meerdere casussen samengevoegd tot een. Degenen over wie het gaat zouden zich er misschien in kunnen herkennen, maar voor anderen is het niet te achterhalen. En er zijn verhalen die in werkelijkheid zo bizar zijn verlopen, als ik dat had op geschreven had niemand het gelooft, de werkelijkheid is vaak vreemder dan fictie.

Had je een doel voor ogen met het schrijven van dit boek?

Ik krijg nog heel vaak van mensen die de reclassering niet kennen te horen: “Wat doen jullie eigenlijk? Iets met mensen die uit de gevangenis komen toch? Ik hoop dat wanneer mensen het boek lezen dat ze weten dat het meer is dan dat. Dat ze meer te weten komen over het werk en wat voor soort mensen bij de reclassering terecht komen. Wat zijn dat dan voor mensen? Er wordt natuurlijk heel vaak gezegd: criminelen. Nou, eigenlijk werk ik helemaal niet met criminelen. Er zijn maar heel weinig mensen die van zichzelf zeggen”: ‘Ik ben crimineel en dat vind ik prima.’ Zelfs als ze vaak zijn gerecidiveerd. Het zegt ook wat over iemand dat ze zo niet gezien willen worden. Dan kunnen we kijken of we voor iemand een plan kunnen maken zodat iemand ook uit de criminaliteit blijft.

Uit jouw boek blijkt een bijna onverwoestbaar geloof in de medemens en optimisme. Je geeft in het voorwoord aan dat je altijd gelooft in hun voornemen om het beter te gaan doen.

Ik ben daar niet uniek in hoor, ik deel dat met veel collega’s. Anders red je het ook niet als reclasseringswerker. Die positieve insteek zit inderdaad wel in mij, maar gaandeweg leer je ook dat het de enige manier is om een band op te bouwen en mensen mee te krijgen. Als je er zelf al niet in gelooft dan gaat die cliënt er helemaal niet in geloven.”

Fotocredits: Keke Keukelaar

Peter_17_2.jpg

Peter van den Hoogen

social media redacteur
Geplaatst op 9 mei 2022