Nieuws
Afbeelding Website

10 jaar vrijwilligers in de hoofdrol bij re-integratie van zedendaders

Met een netwerk van vrijwilligers en professionals voorkomen dat vrijgekomen zedendaders opnieuw de fout ingaan. Dat is de kern van de zogeheten COSA-aanpak die de reclassering nu tien jaar inzet in Nederland. Een methode die de kans op herhaling verkleint en daarom met behulp van nieuwe vrijwilligers wordt uitgebreid.

In 1994 nam een dominee in het Canadese stadje Hamilton het initiatief om voor de 41-jarige Charlie, een vrijgekomen zedendader, samen met medeburgers een ‘circle of support’ te vormen. Deze mensen hielpen Charlie op het rechte pad te blijven. Hun aanpak werd de kern van een vernieuwende aanpak voor het voorkomen van recidive van zedendaders met als naam COSA (Circles of Support and Accountability). Sinds COSA tien jaar geleden door Avans Hogeschool en Reclassering Nederland werd geadopteerd, hebben honderden vrijwilligers zich ingezet om zedendaders op het rechte pad te houden en nieuwe slachtoffers te voorkomen. Nog altijd vormen zij de basis voor deze succesvolle aanpak.

COSA

COSA staat voor Cirkels voor Ondersteuning, Samenwerking en Aanspreekbaarheid. De aanpak is erop gericht om sociaal isolement van zedendaders te voorkomen en tegelijkertijd risico’s en risicogedrag tijdig te signaleren. Zedendaders die na detentie weer terugkeren in de samenleving ondervinden veelal moeilijkheden. De buurt, familie en vrienden accepteren hen vaak niet (meer). Sociaal isolement en eenzaamheid liggen op de loer, terwijl dit juist de grootste risicofactoren zijn voor terugval (recidive) van zedendaders.

Voor wie?

Wanneer een veroordeelde zedendader vrijkomt, legt de rechter vaak bijzondere voorwaarden op. De reclassering controleert deze voorwaarden en begeleidt een dader bij zijn terugkeer in de samenleving. Onderdeel van het toezicht, kan COSA zijn. Deelname aan COSA is vrijwillig. Dat betekent niet dat het vrijblijvend is; de dader moet open kaart spelen over zijn delicten en gemotiveerd zijn om zijn leven te beteren. Zedendaders met ernstige psychische problemen, agressie- of verslavingsproblematiek komen niet in aanmerking voor COSA.

Cirkels

Bij COSA wordt rond een veroordeelde zedendader (kernlid) een groep van drie tot vijf getrainde vrijwilligers gevormd (de ‘binnencirkel’). De binnencirkel werkt samen met professionals die betrokken zijn bij de nazorg aan het kernlid (de buitencirkel), zoals een wijkagent, een forensisch woonbegeleider en een behandelaar. De vrijwilligers hebben bij de start wekelijks in groepsverband en later ook op individuele basis contact met de zedendader. Ze voeren gesprekken met het kernlid en ondernemen sociale activiteiten met hem. Ook de toezichthouder van de reclassering is vanaf de start van de cirkel altijd betrokken. Een professionele cirkelcoördinator van Reclassering Nederland coacht de binnencirkel en verzorgt de informatie-uitwisseling tussen binnen- en buitencirkel. Vrijwilligers melden risicosignalen altijd bij de circkelcoördinator van Reclassering Nederland. Die schakelt bijvoorbeeld de politie in als er een vermoeden is van een strafbaar feit.

COSA het grootst in Nederland

Naast Nederland en Canada hebben nog acht andere landen, waaronder Engeland, de aanpak geadopteerd. Maar in verhouding tot het aantal inwoners groeide COSA-Nederland uit tot de grootse ‘COSA-organisatie’ ter wereld.  Sinds de start in 2009  zijn 159 kernleden in een COSA cirkel gestart. Op dit moment zijn ruim 260 vrijwilligers actief.

Uniek voor de Nederlandse situatie is dat COSA wordt uitgevoerd door een reclasseringsorganisatie. In andere landen zijn het doorgaans welzijnsorganisaties. In 2016 won COSA Nederland de Social Inclusion Award van Het CEP (Confederation of European probation).

COSA: een succesvolle aanpak

Uit een Amerikaanse wetenschappelijk studie van Grant Duwe (2018), blijkt dat de COSA-methode resulteert in 88% vermindering van zedenrecidive. In Nederland zijn in de afgelopen tien jaar 159 zedendaders begeleid. Hiervan werden er vijf veroordeeld voor een nieuw zedendelict tijdens hun deelname aan de COSA cirkel. In negen gevallen werd een zedendader opnieuw verdacht van een nieuw zedendelict. Twee deelnemers gingen binnen twee jaar na het afronden van COSA opnieuw in de fout.

Wanneer deze recidivecijfers vergeleken worden met andere COSA-projecten in de wereld of met recidivecijfers van zedendelinquenten met een vergelijkbaar risicoprofiel (gemiddeld 19,1% binnen vijf jaar), dan geven deze cijfers een goede indicatie dat COSA bijdraagt aan het verminderen van recidive.

 

Cijfers
94% van de kernleden kampt met psychische stoornissen, 70% is zelfs met twee of meer stoornissen gediagnosticeerd. Alle kernleden zijn mannen, gemiddeld 46 jaar bij start van de cirkel en 95% is geboren in Nederland. 64% is pedofiel. Van de 159 kernleden in de afgelopen tien jaar heeft 60% een hands on-delict gepleegd. Dit is een delict waarbij fysiek contact is met het slachtoffer. 40% heeft een hands off-delict gepleegd. Hierbij gaat het om delicten zoals het downloaden van kinderporno of grooming.
Meer informatie en cijfers over COSA lees je hier.

Geplaatst op 15 oktober 2019