Gestructureerde basis voor reclasseringsadviezen

De RISC is een risicotaxatie- en adviesinstrument waarmee de reclassering op gestructureerde wijze de risico- en beschermende factoren in beeld brengt, een inschatting maakt van het recidiverisico en een advies over bijzondere voorwaarden formuleert. Het instrument bevat ook specifieke vragen die aanzetten tot slachtofferbewust werken. Daarnaast is een aantal verdiepende instrumenten geïntegreerd voor onder andere zeden, relationeel geweld en gewelddadig extremisme. De RISC vormt de basis van reclasseringsadviezen in alle fasen van het strafproces en is toepasbaar bij een voorgeleiding aan de rechter commissaris, rechtszitting, penitentiair programma, tbs of voorwaardelijke invrijheidstelling.

Inschatting recidiverisico met OXREC

Onderdeel van de RISC is de OXREC. De OXREC ondersteunt de reclasseringswerker bij het maken van een gestructureerd professioneel oordeel; het reclasseringsoordeel. De OXREC is een actuarieel risicotaxatie-instrument van de University of Oxford waarmee op basis van statische en dynamische factoren een statistische berekening wordt gemaakt van het risico op zowel algemene en geweldsrecidive. In 2017 is de OXREC door de University of Oxford gevalideerd voor Nederland op basis van data van het CBS, het WODC en de 3RO.

Actuariële risicotaxatie-instrumenten, en dus ook de OXREC, zijn gebaseerd op de samenhang tussen kenmerken van personen en recidivegegevens. Het geeft een indicatie van het recidiverisico van groepen personen met deze kenmerken. Naast de OXREC maakt de reclassering een inschatting van het recidiverisico in een specifieke casus, een inschatting over het individu; het reclasseringsoordeel. Dit reclasseringsoordeel- het gestructureerd professioneel oordeel- kan dus afwijken van de uitkomst van de OXREC.

Verdiepende instrumenten

In de RISC zijn verdiepende instrumenten geïntegreerd die de reclasseringswerker ondersteunen bij het maken van een risicoanalyse voor personen die worden verdacht van specifieke delicten.

Zeden
Om het risico van toekomstig seksueel en gewelddadig delictgedrag bij zedendelinquenten in te kunnen schatten, zijn de Static, Stable en Acute (SSA) geïntegreerd in de RISC. De SSA is een combinatie van statische en dynamische instrumenten en is wereldwijd het meest gebruikte instrument voor het inschatten van het recidiverisico bij zedendelinquenten. Bij het geven van een reclasseringsadvies inzake zedendelicten wordt veelal gebruik gemaakt van de Static-99R.

  • De Static-99R is een actuarieel risicotaxatie-instrument, gemaakt om het risico van seksuele en gewelddadige recidive in te schatten bij volwassen mannen. De Static-99R maakt gebruik van statische (onveranderbare) factoren waarvan wetenschappelijk is vastgesteld dat deze samenhangen met het recidiverisico.
  • De Stable-2007 meet de stabiel dynamische (veranderbare) risicofactoren van plegers van een zedendelict. Het instrument is bedoeld om tijdens een reclasseringstoezicht toe te passen en kan gebruikt worden om een (behandel)aanpak vast te stellen en te evalueren. De Stable-2007 wordt altijd gebruikt in combinatie met de Static-99R.
  • De Acute-2007 meet acute dynamische risicofactoren bij cliënten die een zedendelict hebben gepleegd. Acute dynamische risicofactoren kunnen relatief snel veranderen. Het instrument is ontwikkeld om toezichthouders te helpen zicht te houden op de acute risico’s en de intensiteit van het risicomanagement te bepalen. De Acute-2007 kan het beste gebruikt worden in combinatie met de Static-99R en de Stable-2007. De scores geven een indicatie voor de benodigde intensiteit van begeleiding van de cliënt.

Relationeel geweld
De RISC bevat de B-SAFER, een instrument voor het beoordelen van het risico op recidive van relationeel geweld. Hierin worden op gestructureerde wijze de kwetsbaarheidskenmerken van het slachtoffer en het risico op relationeel geweld in kaart gebracht. De B-SAFER leidt niet automatisch tot een risico-inschatting. De reclasseringswerker gebruikt het voor een gestructureerd professioneel oordeel en geeft een inschatting van het risico: onmiddellijk risico, lange termijnrisico en het risico op extreem ernstig of dodelijk geweld.

Gewelddadig extremisme
Om het risico op gewelddadig extremisme in kaart te brengen, is de VERA-2R (Violent Extremism Risk Assesment, Revised) geïntegreerd in de RISC. De VERA-2R geldt inmiddels als het leidende risicoanalyse-instrument voor gewelddadig extremisme. Het is een internationaal erkend instrument van het Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie (NIFP) en wordt breed toegepast binnen de strafrechtsketen. De VERA-2R geeft geen cijfermatige uitkomst. Het instrument helpt de professional bij het structureren en wegen van beschikbare informatie.

Licht verstandelijke beperking
De SCIL is een korte screeningslijst, waarmee snel en eenvoudig vastgesteld kan worden of er mogelijk sprake is van een licht verstandelijke beperking (LVB). De uitkomst van de SCIL geeft aan of er wel of geen vermoeden van een licht verstandelijke beperking bestaat.

Overzicht met verkeerslichtmodel

Het reclasseringsrapport gaat sinds de invoering van de nieuwe RISC vergezeld van een bijlage die een overzicht bevat van alle uitkomsten op de leefgebieden (zoals huisvesting, dagbesteding/werk, financiën, relaties en middelengebruik). De uitkomsten worden aangeven met een kleur: rood, oranje of groen (het zogenaamde ‘verkeerslichtmodel’). Standaard wordt de risico-inschatting met behulp van de OXREC getoond. Daarnaast bevat de bijlage een opsomming van de verdiepende instrumenten die zijn uitgevoerd en wat de uitkomsten hiervan zijn.

Reclasseringsoordeel

In de bijlage staat ook het reclasseringsoordeel vermeld. Dit is het gestructureerd professioneel oordeel van de reclasseringswerker: de weging van de criminogene- en de beschermende factoren* en de uitkomsten van de eventuele verdiepende instrumenten. Het reclasseringsoordeel kan afwijken van de uitkomsten van de OXREC en/of verdiepende instrumenten. De onderbouwing hiervan is terug te vinden in het adviesrapport. De bijlage is een weergave van de toegepaste instrumenten en vormt een hechte samenhang met het adviesrapport en de conclusies hierin.

Advies over bijzondere voorwaarden

Met de RISC maakt de reclasseringswerker een inschatting van het recidiverisico, de factoren die het delictgedrag bepalen (criminogene en beschermende factoren), de mogelijkheden voor gedragsverandering en het slachtofferbelang. Dit leidt tot een advies aan de rechter, het OM of DJI over wat nodig is om het risico op recidive te beïnvloeden. Het advies bevat zo nodig concrete bijzondere voorwaarden.

*Criminogene factoren kunnen een versterkend effect hebben op risicovol gedrag (denk aan middelengebruik). Beschermende factoren hebben juist een reducerend effect op risicovol gedrag (bijvoorbeeld het hebben van werk of een steunend sociaal netwerk). De risicofactoren zijn niet afwezig, maar er zijn andere specifieke factoren die een cliënt stimuleren om geen delicten te plegen.

RISC is een gezamenlijk instrument van de drie reclasseringsorganisaties: