Riekus Meijering werkt sinds 1991 als werkmeester bij Reclassering Nederland. Hij is daarmee een van de eerste werkmeesters van Nederland. In 1992 stond Riekus voor het eerst met een groep werkgestraften in museumdorp Orvelte. Dertig jaar later bevalt het werk hem nog steeds. Wat is zijn geheim? "30 jaar ervaring helpt natuurlijk en ik sta altijd naast een cliënt, nooit boven, maar ik grijp iemand wel bij de kraag als het nodig is.”

Riekus vertelt over hoe hij ooit begon in de vroege jaren negentig: “De eerste dag als werkmeester staat nog in mijn geheugen gegrift. We hadden zes cliënten uitgenodigd. Met een donkerrode Ford Mondeo, heb ik ze opgehaald in drie dorpen in Drenthe. Die Ford was een leenauto omdat de personenbus nog niet leverbaar was. We moesten ons melden bij een opzichter in Orvelte. Meer wist ik niet. Nadat we ons hadden gemeld heb ik de cliënten een schoffel en een bezem gegeven en gingen ze aan de slag. We zijn begonnen, maar een echt plan was er nog niet. Met de eerste werkgestraften hebben we het nog echt moeten uitzoeken.”

Orvelte, thuisbasis van Riekus

Voor Riekus is museumdorp Orvelte een rode draad door zijn carrière. “In de eerste jaren was het een kwestie van pionieren. We hielden een papieren urenlijst bij en zochten zelf naar geschikte werkplekken. In Orvelte kregen we veel vrijheid. We onderhielden alle tuinen en sloten in het dorp. Maar er waren ook bijzondere klussen. Zo bouwde ik ooit samen met werkgestraften een reconstructie van een ijzertijdboerderij. Het geraamte stond er nog van vroeger. De afwerking hebben we met de hand opnieuw gedaan. Net zoals ze dat vroeger deden, met natuurlijke materialen uit de omgeving. Vlechten deden we met bramenstruiken en wilgentenen. Het dak is volledig bedekt met riet. De boerderij staat er nog steeds en is onderdeel van het museumdorp.”

Werkstraf door de jaren heen

“Toen ik bij de reclassering begon was er nog geen Reclassering Nederland. Ik werkte toen bij Reclassering Drenthe. Pas later werd het een grote landelijke organisatie. De werkstraf werd in 2003 een hoofdstraf. Toen ontstond ook de werkstrafunit. Dat was de periode waarin mijn werk veranderde. Als werkmeester begeleide ik toen cliënten en deed ik ook andere taken. Ik deed urinecontroles en woonde zittingen bij op de rechtbank. Toen de werkstrafunit ontstond werd mijn werk meer afgebakend: Ik was alleen werkmeester. De werkstraf werd ook steeds professioneler. We werkten niet meer met urenlijstjes maar met digitale planningen. Dit was ook nodig. Er werden steeds meer werkstraffen opgelegd.”

Zinvol werk met baankansen

De maatschappij denkt vaak dat werkgestraften vooral papier prikken in steden. Riekus vindt dat onterecht. “We proberen de werkstraf zo zinvol mogelijk te maken. De afgelopen jaren heb ik samen met cliënten gewerkt op mooie projecten. Zo ben ik ooit benaderd door een molenaar uit Meppel met de vraag of werkgestraften konden helpen met de opbouw van een molen. De molenaar heeft de werkgestraften een opleiding aangeboden. De opleiding was in eigen tijd. In de werkstrafuren werkten zij onder begeleiding aan de bouw van de molen. Na het afronden van de werkstrafuren hebben zes cliënten een baan aangeboden gekregen bij monumentenzorg. Ze werken er nu allemaal nog. Dat is iets om trots op te zijn”

Werk bekroont met een koninklijk feestje

Was de molen dan zijn meest bijzondere project ooit? “In 1998 kreeg ik het verzoek om te komen helpen in het voormalig Kamp Westerbork. Het verzoek was om mee te helpen met de ontmanteling van het museumpand. Daarnaast heb ik samen met werkgestraften wandelpaden aangelegd voor museumbezoekers. Vijtien cliënten kregen de kans een opleiding te volgen tot stratenmaker. Het was dankbaar werk. We hebben een flinke bijdrage geleverd aan hoe het kamp er nu uitziet. Als kers op de taart werden we uitgenodigd bij de feestelijke opening. Hierbij was ook voormalig koningin Beatrix aanwezig. De werkgestraften waren er ook bij, niet weggestopt in een hoekje, maar gewoon aan het buffet.”

Hierbij was ook voormalig koningin Beatrix aanwezig. De werkgestraften waren er ook bij, niet weggestopt in een hoekje, maar gewoon aan het buffet.”

Pamperen niet nodig

Gedrag veranderen, dat kan met een werkstraf. Dat heeft Riekus wel gezien de afgelopen jaren. “De werkstraf is geen bezigheidstherapie. Er is niks mis met hard werken. We doen vaak zwaar werk. Een sloot uitgraven doen we niet met een graafmachine. Dat doen we gewoon met de hand. Het is een straf, we werken hard maar dat doen we wel samen. Ik werk net zo hard als de werkgestraften zelf. Tijdens het werken ga ik het gesprek aan met de cliënt. We werken ook niet op basis van resultaat, maar op basis van afspraken. De afspraken zijn vanaf dag één duidelijk.  Zo leren we mensen zichzelf aan regels en afspraken te houden.”

Naast een cliënt, niet erboven

Riekus lacht als we vragen hoe hij het al bijna 30 jaar volhoudt als werkmeester. “Ik sta altijd naast een cliënt, nooit boven. Maar ik grijp wel iemand in de kraag als dat nodig is. Als werkmeester is het belangrijk interesse te hebben in de mens achter de werkgestrafte. Ik probeer mensen altijd te helpen. Soms hebben de cliënten een schop onder hun kont nodig. Of een aai over hun bol. Ik durf ze beiden te geven, niet alleen de schop maar ook de aai.”

Mooi en betekenisvol werk

Riekus nadert zijn pensioen. “Mijn pensioen komt dichterbij. Ik ga nog steeds elke dag met plezier werken. De verandering naar Werkstraf Futureproof ga ik niet meer meemaken. Jammer, want het is een goede ontwikkeling. Ik heb tijdens de pilot gezien dat er meer tijd is voor de cliënt.  Maar, mijn tijd is gekomen. Ik mag terugkijken op vele jaren vol mooi en betekenisvol werk.” En Orvelte? “Dat zal voor mij altijd een bijzondere plek blijven!”

Basje

Bas Oeijen

Communicatiemedewerker