Sneller, slimmer, meer geïntegreerd en meer gebruiksvriendelijk. RISC, het risicotaxatie-instrument van de reclassering, onderging in 2017 een flinke verbeterslag. Het instrument ondersteunt reclasseringswerkers bij het inschatten van de recidivekans. En ook bij het bepalen wat nodig is om herhaling van een delict te voorkomen. RISC werd tevens uitgebreid met een gerenommeerd risicotaxatie-instrument: de OXREC. Voorjaar 2018 wordt de nieuwe RISC geïmplementeerd.

Wat is de kans dat iemand weer een delict pleegt? Welke problemen liggen aan een delict ten grondslag? En: wat kunnen we doen om te voorkomen dat het nog een keer gebeurt? RISC ondersteunt reclasseringswerkers onder meer bij het beantwoorden van deze drie vragen.

‘Het zijn de bouwstenen voor een goed onderbouwd advies aan justitie of gevangeniswezen’, aldus Huib van Alphen. Samen met Jan-Maarten van Tuinen werkte hij in 2017 aan de doorontwikkeling van RISc, de Recidive Inschattings Schalen. ‘Het afnemen van een RISc werd steeds tijdrovender en soms een doel op zich, zo hoorden we van reclasseringswerkers’, vertelt Van Alphen. ‘Daarom hebben we verschillende instrumenten nu samengevoegd in de nieuwe RISC.’ 

Slimmere vragen

Wat de grootste verbetering is van de nieuwe RISC? Jan-Maarten van Tuinen hoeft niet lang na te denken. ‘RISC helpt meer bij het gestructureerd denken over de risico’s in een specifieke casus. Heb ik alles gezien? Heb ik de juiste vragen gesteld? Hoe ga ik de dialoog met de verdachte of veroordeelde aan?’

RISC helpt meer bij het gestructureerd denken over de risico’s in een specifieke casus.

De oude RISC behandelt tientallen vragen, legt hij uit. ‘Die vragen richtten zich op twaalf leefgebieden. Op zich is dat goed, het was alleen niet altijd duidelijk welke vragen waarvoor dienden. Daarom hebben we de opbouw van de vragen veranderd en teruggebracht naar de essentie.’

Eén van de vragen was bijvoorbeeld: hoeveel eenheden alcohol nuttigt u per week? Van Tuinen: ‘Een evidente verslaving hangt samen met een hoger risico op een delict. Echter, er is ook een schemergebied. Interessanter is dan ook de vraag: vormt alcohol een probleem in het dagelijks functioneren? Leidt het tot agressie of onbezonnen gedrag?’

Hij geeft nog een voorbeeld. ‘Vroegen we voorheen naar de hoogte van iemands inkomen, nu is een vraag in RISC: kunt u in uw levensonderhoud voorzien? Schulden of een te laag inkomen om je lasten te dragen, kunnen een trigger zijn voor een delict. Maar de hoogte van het inkomen zegt niet zo veel – lasten en uitgavenpatroon verschillen per persoon.’

Beschermende versus criminogene factoren

Zo nam de reclassering de afgelopen maanden in een werkgroep met reclasseringswerkers alle vragen door, en wijzigden deze zo nodig in slimmere vragen. ‘Een van de uitgangspunten van RISC is namelijk dat het aansluit bij de dagelijkse praktijk van de reclasseringswerker’, aldus Van Alphen. ‘Om die reden is er een grote inhoudelijke bijdrage geweest vanuit de werkgroep.’

Tevens is in nauwe samenwerking met diverse wetenschappers het instrument goed tegen het licht gehouden en is de laatste kennis vanuit de wetenschap verwerkt. Er gingen vragen af, maar er kwamen ook vragen bij. Want naast criminogene factoren weegt RISC nu ook beschermende factoren mee. Van Tuinen: ‘Alleen focussen op factoren die criminaliteit in de hand werken, zoals schulden of een verslaving, kan een scheef beeld opleveren. We kijken nu ook meer naar de positieve elementen in iemands leven, de beschermende factoren, en de mogelijkheden om deze te versterken.’

‘Als een verdachte bijvoorbeeld komt uit een familie waar criminaliteit de norm is, vragen we naar de uitzondering’, vervolgt hij. ‘Misschien is oma wars van criminaliteit. Als een cliënt een goede band heeft met oma, kan zij eraan bijdragen dat hij minder snel het slechte pad kiest. Daarom staan we hier in de RISC ook bewust bij stil.’

Daarnaast werden vragen toegevoegd aan RISC over slachtofferbewust werken, adolescenten en daders met een licht verstandelijk beperking. Dit gezien deze doelgroepen om een specifieke aanpak vragen.

OXREC

RISC werd bovendien uitgebreid met het risicotaxatie-instrument OXREC. Van Tuinen: ‘De OXREC is ontwikkeld door de universiteit van Oxford en is wetenschappelijk gevalideerd op basis van Nederlandse data. Het geeft een inschatting van de kans op algemene recidive en geweldsrecidive. De OXREC wordt momenteel beschouwd als het beste actuariële risicotaxatie-instrument. Er ligt een gedegen wetenschappelijke studie aan ten grondslag met de elementen die delictgedrag voorspellen als je naar grote aantallen veroordeelden, dossiers en demografische factoren kijkt.’

Ook de gebruiksvriendelijkheid van RISC werd kritisch bekeken. Van Alphen: ‘Zo zijn onder andere de STATIC-99 (voor zedendaders, red.) en B-safer (voor plegers van relationeel geweld, red.) geïntegreerd. ‘Als er sprake was van een zedendelict, dan moest de reclasseringswerker daarvoor een aparte applicatie openen. Nu is het in de RISC als onderdeel opgenomen. Voor specifieke delicten is het belangrijk dat er snel verdieping mogelijk is. Denk aan zeden, relationeel geweld of gewelddadig extremisme.’

Momentopname

Van Alphen en Van Tuinen zijn trots op de nieuwe RISC. Maar een heilige graal? Van Alphen: ‘Een instrument voor risicotaxatie kan nooit zonder professioneel oordeel, ook als het wijst op een laag recidiverisico. Als reclasseringswerkers denken ‘hier klopt iets niet’ dan moeten ze daarnaar luisteren. Uiteindelijk gaat het om het individu.’ Kortom, reclasseringswerkers moeten scherp blijven. ‘En juist daarbij ondersteunt de nieuwe RISC meer dan ooit. Het zorgt voor een meer afgewogen oordeel en advies van de reclassering aan justitie en gevangeniswezen, en via die weg voor een veiliger samenleving’, aldus Van Alphen.

Wat zijn de plannen voor 2018? ‘Dit jaar staat in het teken van de implementatie van RISC’, aldus Van Tuinen. ‘We gaan leidinggevenden en reclasseringswerkers de komende tijd opleiden. De eerste reacties van gebruikers zijn positief en ook uit andere landen is er zelfs belangstelling. Zo gaven we onlangs een presentatie over RISC in België. Ook de CEP, de Europese reclasseringsvereniging, heeft belangstelling. Wordt vervolgd dus!’

Op de foto: Jan-Maarten van Tuinen (links) en Huib van Alphen

Fotografie: Carine Hekker

Dit verhaal maakt onderdeel uit van het jaarverslag 2017 van Reclassering Nederland.