Wat houdt dat experiment ‘Kortgestraften in de PI’ in? Maurice: “Normaal gesproken wordt er voor een gedetineerde een traject opgestart, het zogenaamde Detentie- & Reïntegratieplan. Dit traject start doorgaans pas na drie maanden. Veel gedetineerden die maar kort in de PI verblijven komen dus helemaal zo’n traject niet in en gaan zonder iets van hulp of ondersteuning terug naar huis of op straat. Waar alle ellende weer van voren af aan begint."
"Wat we binnen deze pilot proberen, is de gedetineerde binnen enkele dagen na binnenkomst al in beeld te krijgen door een gezamenlijke intake te doen met een reclasseringswerker en een casemanager van DJI. Het is de bedoeling om dan samen met de gedetineerde in kaart te brengen waar diegene tegenaan loopt in het dagelijks leven, wat diegene graag zou willen, waar aandachtspunten liggen. Op basis van deze inventarisatie kan er een zogenaamd rondetafelgesprek worden georganiseerd met organisaties die kunnen helpen bij het verwezenlijken van het plan - denk aan gemeenten, schuldhulpverlening, vrijwilligersorganisaties als Exodus - om een aantal concrete afspraken te maken die moeten leiden tot recidivevermindering.”
Hij vertelde hoeveel moeite hij had om werk te vinden
Net voor de tweede lockdown kreeg een reclasseringswerker in Maurice zijn team te maken met een jongen die het duidelijk niet redt in het leven. Gebrek aan geld en de afwezigheid van een dagbesteding zorgen ervoor dat hij continu in aanraking komt met justitie. Maurice: “Het is een beïnvloedbare jongen die waarschijnlijk weer snel op straat zou belanden en daardoor ontvankelijk was voor gehaaide criminelen die hem wederom voor hun karretje zouden spannen. Dat wilden we echt vermijden. Nu vertelde de jongen bij het intakegesprek met de casemanager dat hij moeite had werk te vinden. Hij had wel ooit op een productielijn gewerkt en was daar positief over; de structuur van het werk had hem goed gedaan. Dus nu zoeken we contact met de gemeente waar de jongen vandaan komt om te zien of hij na detentie terug kan naar zijn oude werkplek voor dagbesteding of een baan. Zo proberen we hem, samen met de gemeente en die werkgever, te helpen. Daar is letterlijk iedereen bij gebaat.”
Deze pilot gaat juist om mensen die tussen wal en schip vallen
Wat bijzonder is aan deze pilot, is dat de mensen die ervoor in aanmerking komen geen justitieel kader hebben waarin contact met de reclassering gewaarborgd is. Met andere woorden: ze hebben geen reclasseringstoezicht, een werkstraf of anderszins reclasseringscontact opgelegd gekregen en zijn in die zin niet bij ons in beeld. Maurice: “De pilot gaat juist om mensen die tussen wal en schip vallen. We hebben als reclassering het geluk dat we voor deze pilot drie jaar lang geld krijgen zodat een aantal medewerkers een aantal uur per week hiervoor tijd vrij kunnen maken, maar het afbreukrisico is dat organisaties om ons heen met wie we dit samen willen doen, die ruimte niet hebben of weten te creëren. We merken dat het voor instanties moeilijk is om geld vrij te maken voor werken buiten de kaders. Maar goed, daarom heet het ook een experiment: je probeert dingen uit, stuurt bij, gaat door op wat werkt, kijkt nog eens kritisch naar wat er niet werkt, en zo kom je uiteindelijk tot iets moois. Daar ben ik van overtuigd. In kleine stapjes en vooral samen. Alleen gaat sneller maar samen kom je verder.”
Maurice gelooft dan ook vast in de goede uitkomst van deze pilot, ondanks dat het op dit moment erg onder druk staat vanwege de coronamaatregelen. Omdat de reclassering niet in de PI aanwezig kan zijn is het onmogelijk om binnen het beoogde tijdsbestek van een paar dagen tot een driegesprek te komen tussen gedetineerde casemanager en reclasseringswerker. Snel bij elkaar binnen kunnen lopen en de gedetineerde snel op kunnen roepen zijn essentiële voorwaarden om deze ambitie waar te kunnen maken.
Toch is Maurice hoopvol: “Ik weet zeker dat hier iets goeds uit gaat komen. Tuurlijk, we hebben last van bureaucratische stroperigheid en corona gooit roet in het eten, maar als we op de lange termijn de samenwerking op blijven zoeken en zo kunnen zorgen dat die draaideurcriminelen minder recidiveren, dan is iedereen blij. Het bespaart Nederland veel geld en de samenleving wordt er veiliger van. We hopen dus dat met name het ministerie, DJI en gemeenten die kostenbesparing op lange termijn ook als argument gaan zien om nu te investeren. Wij blijven in ieder geval onze schouders eronder zetten.”