Blog
AdobeStock_denkende_vrouw.jpeg

"Van het kastje naar de bank gestuurd"

De pop die ze bij zich heeft, houdt ze stevig vast. Tijdens het gesprek aait zij het poppenkind een aantal keer liefdevol over het gezicht alsof ze het gerust moet stellen.

De vrouw is rond de 35 jaar en ziet er verwilderd uit. Haar persoonlijkheid lijkt net zo divers als de verschillende kledingstukken die zij over elkaar heeft aangetrokken. Ze is moeilijk te volgen, maar het komt erop neer dat ik mij geen zorgen hoef te maken omdat haar ‘vriend’ bij haar is en die zal altijd voor haar zorgen. Ze is ook moeilijk te volgen omdat zij zichzelf heeft aangeleerd te spreken in spreekwoorden en gezegden. Maar dan door elkaar. Ze is boos. Ze zou een wajong-uitkering krijgen en is al drie keer doodgemaakt met een blije mus, de overheid heeft een dikke klepel in de pap, zij wordt van het kastje naar de bank gestuurd en als het zo doorgaat, is het trekken aan een dood schaap. Echter, het is iedere keer de ‘vriend’ die haar zal helpen. Zij heeft ons niet nodig. Steeds als zij het heeft over haar ‘vriend’, kijkt ze naar de smoezelige pop in haar armen. Op den duur ben ik er zeker van: de ‘vriend’ is de pop. Haar fictieve steun en toeverlaat die haar bescherming biedt en waarschijnlijk al haar geheimen weet.

Ik zeg: “Die pop hè, is dat de ‘vriend’ waar je het steeds over hebt?” Ik ben bijna trots dat ik de link heb gelegd. Blij met mijn vermogen om mij in haar te verplaatsen en het verband te zien tussen deze beperkte vrouw en haar pop, die ze steeds haar ‘vriend’ noemt. Ze kijkt mij aan. Fronst en zegt: “NEE MAN, dit is een pop, dat zie je toch!” Om boos verder te gaan: “Ben je gek of zo! Ik wil een andere reclasseringswerker, dit gaat niet zo!”

Een verkeerde inschatting, met de beste bedoeling. Waar gewerkt wordt, worden fouten gemaakt. Dat ik denk de vrouw ‘door’ te hebben, betekent niet dat ik dat inzicht met haar moet delen. Zij deelt die werkelijkheid namelijk helemaal niet met mij en snapt mijn conclusie ook niet. Daarbij is de informatie die het schouwspel mij oplevert al genoeg.

Ook ik heb een beperking. Van mij wordt verwacht dat ik na één of twee gesprekken weet wat er nodig is. Wat er schuil gaat achter het gekke of soms onbegrijpelijke gedrag van mijn cliënten. Mijn visie is er maar één. Ik belicht één kant van het verhaal, wat ik denk dat er ooit ‘mis’ is gegaan. Ik kan er naast zitten. Overleg en casuïstiek zijn hierbij sleutelwoorden. Precies de reden waarom wij in de regio Oost regelmatig de huidige casuïstiek bespreken zodat we scherp blijven, informatie met elkaar delen en elkaar blijven opzoeken.

“Sorry mevrouw,” zeg ik. “Ik heb het helemaal verkeerd. Heeft de pop ook een naam?” “Ja”, zegt de vrouw: “Annabel”. “Mag ik haar even vasthouden?”, vraag ik. “Ja hoor”, zegt de vrouw. “Maar wel goed rechtop, want ze heeft net gegeten.”

Esther

Esther Vroegop

Esther Vroegop

Esther Vroegop werkt bij Reclassering Nederland. Ze is reclasseringswerker advies in de regio Oost. Voor een beetje humor, realiteitszin en loze breinpauzes schrijft ze blogs en artikelen. Met een vlotte pen geeft ze prachtige inkijkjes in de dagelijkse praktijk van het reclasseringswerk.

Geplaatst op 27 maart 2019