Het zijn mannen met een ‘niet lullen maar poetsen’-mentaliteit. Dus toen de werkstraffen in maart opgeschort werden en ze werkloos thuis kwamen te zitten, duurde het niet lang tot werkmeesters Tony en Albert vroegen: wat kunnen we doen? “DJI helpen in Nieuwegein was voor ons geen optie qua reistijd, maar onze collega’s helpen bij urinecontroles, ja daar hadden we wel oren naar.” Zo gezegd zo gedaan. Al gauw reden ze Noord-Nederland door, waarbij tien controles op een dag en 350 kilometers op de teller geen uitzondering waren.

Normaal gesproken zijn Tony en Albert gehuld in een reclasseringsjas en rijden ze rond in een bus met reclasseringslogo, maar bij deze urinecontroles is de privacygevoeligheid dusdanig dat ze het busje verderop in de wijk parkeerden en dan in ‘burger’ aanbelden bij de cliënt. Ze legden dan de RUMA-marker voor de deur en deden een stap naar achter. Tony: “We zagen erop toe dat de cliënt de RUMA-marker opdronk, keken hem even goed in de ogen, maakten een praatje. Vervolgens lieten we het pakketje met daarin het bekertje voor de urine, de buisjes waar de urine ingaat, de stickertjes voor op de buisjes en de retourenvelop bij de cliënt achter, erop vertrouwende dat-ie de rest op eigen gelegenheid regelde.”

De cliënt moet na het innemen van de RUMA-marker een half uur wachten en kan dan het potje en daarmee de buisjes vullen. Door de RUMA-marker in zijn urine kan deze urine aan de specifieke cliënt gekoppeld worden en weten ze in het laboratorium  - waar ze testen op alcohol- en drugsgebruik - dat er niet mee gesjoemeld is.

Je ziet kinderen rondlopen, je ziet in welke staat die verkeren

“Als iets verdacht leek, meldde ik dat”

Je zou kunnen denken dat de heren zich veredelde pakketbezorgers voelden. Albert: “Absoluut niet. Eigenlijk is de RUMA-marker maar bijzaak. Tijdens zo’n ronde zie je het huis van de cliënt, hoe de cliënt er zelf aan toe is, of er kinderen rondlopen en in welke staat die verkeren, een tuin, huisdieren. Je hebt echt een signalerende functie en die voelde ik ook heel erg zo: als iets verdacht leek of we vertrouwden het niet, dan nam ik contact op met de toezichthouder van die cliënt en informeerde ik hem of haar. De toezichthouder kon vervolgens bepalen wat ie wilde doen met die informatie.”

Positieve feedback van cliënten

Het gebied dat Tony en Albert besloegen, is verdeeld in zes clusters: van Coevorden tot Delfzijl. Albert: “Voor al deze clusters maakten we een planning. Op maandag deden we cluster 1 en reden we deze route, op dinsdag deden we cluster 4 en reden we die route. Spoedjes tussendoor en cliënten die tóch opeens niet konden, zorgden voor logistieke hoofdbrekens, maar we kregen het altijd voor elkaar.” Tot vreugde van de cliënten, want die waren heel positief. “Normaal gesproken komen cliënten naar kantoor voor urinecontroles. Sommigen hebben geen auto en moeten met het OV komen. Er zijn cliënten bij die een halve tot driekwart dag kwijt zijn om bij ons op kantoor een urinecontrole af te nemen. Die waren blij met ons, ja.”

Wat kan straks nog wel, waarvoor moeten we iets anders verzinnen?

Toch moesten de cliënten er weer aan geloven. En Tony en Albert gingen zodra het kon gewoon weer terug naar hun leest: de werkstraf. Tony: “Er is met DJI overlegd hoe we de anderhalvemeterwerkstraf konden inrichten. Ook met andere opdrachtgevers als Staatsbosbeheer hadden we veel contact: wat kon nog wel en waarvoor moesten we iets anders verzinnen? Werkgestraften meenemen naar een werkstrafproject in het bos ging bijvoorbeeld niet meer, want ze konden niet meer samen in ons busje omdat er 1.5 meter afstand gehouden moest worden. Dan moeten cliënten dus op eigen gelegenheid naar de locaties komen."

Blij met de afwisseling

Maar het urinecontrolewerk was een welkome afwisseling voor de heren. Albert: “Ik ben al 13 jaar werkmeester en ben gewend met groepen te werken. Nu had ik een-op-een contact met deze mensen. Ik was aan het reclasseren, maar op een heel andere manier.” Tony is het hier volledig mee eens: “We zagen cliënten thuis, in hun natuurlijke habitat. Dat kennen wij niet. Ik vond het interessant om te zien hoe mensen wonen, je kunt vaak aan de staat van het huis al zien hoe de staat van het hoofd is.”
Toch hadden ze er allebei zin in de werkstraf weer op te pakken. Tony: “De groepen zijn iets kleiner dus hebben we meer tijd hebt voor echte begeleiding. Minder focus op productie, meer focus op écht reclasseren. Een positieve ontwikkeling, als je het mij vraagt.”

Dit verhaal is onderdeel van het Jaarverslag 2020