Hoe is het om een enkelband te dragen?
Lees meer
Het is begin jaren tachtig wanneer Henk Huisman van een oud-studiegenoot van de Sociale Academie de tip krijgt om eens bij de reclassering te gaan kijken. “Ik moest toen vaak ’s avonds ver op pad voor m’n werk bij de Nationale Woningraad. Met 2 kleintjes thuis was dat niet ideaal. Hij sprak heel enthousiast over de reclassering dus ik besloot te gaan solliciteren.” Het bleek een gouden tip. De dan nog 27-jarige Henk start een reclasseringscarrière die deze week na 41 jaar stopt.
Dan zou je misschien denken: is zo lang werken voor dezelfde baas niet wat saai? Het korte antwoord is: nee, integendeel, want Henk vond telkens nieuwe uitdagingen. Met een mengeling van pragmatiek, gevoel voor avontuur, de wens en kansen om nieuwe dingen te doen, een zeer nuchtere directheid, eerlijk zijn naar zichzelf over waar hij wel of geen energie van krijgt en een allergie voor onzinnigheid, heeft Henk direct en indirect bijgedragen aan belangrijke ontwikkelingen in het reclasseringsvak.
Dat begon eigenlijk van meet af aan. Want waar Henk voor de ‘gewone’ reclassering in Groningen nog wat ervaring mist in het groepswerken, kan hij wel aan de slag bij de Rijksreclasseringraad in Leeuwarden. Daar valt hij met z’n neus in de boter. Als rijksreclasseringsambtenaar is hij in dienst van het ministerie en dat maakt het werk net even anders dan anders. Henk wordt voor 30% aangenomen om de normale reclasseringstaken uit te voeren en de andere 70% voor beleidstaken met als speerpunt: nieuwe dingen opzetten. Het is dan de tijd van de experimenten met ‘alternatieve sancties’. Henk krijgt veel ruimte om daarin te pionieren.
Henk pakt de zaken grondig aan, aangespoord door de hoofdofficier van Justitie en president van de rechtbank waar hij regelmatig mee overlegt. Hij schrijft rapporten over waarom iemand een werkstraf zou moeten krijgen, maar ook waar, welke relatie het werken had tot het delict en wat het slachtoffer ervan vond. Daarmee zorgt Henk voor de eerste werkstraffen in Friesland. De invulling ervan kun je je vandaag de dag bijna niet meer voorstellen. Zo ging een inbreker klusjes doen bij de vrouw waar hij had ingebroken en werkten twee boerenzoons op het erf van de boer die ze in elkaar hadden geslagen.
“Of ik daar dan niks aan kon doen omdat ik van de reclassering was”
Die nieuwe aanpak trekt ook de aandacht van de pers: In de tijd waarin enkel 2 tv-zenders, radio en kranten het nieuws brachten, leverde hem dat gelijk ook lokale bekendheid op. Henk zat er niet altijd op te wachten: “Stond er de dag na het verschijnen van een krantenartikel ineens iemand uit het dorp aan de deur die gedoe had met een zoon die niet wilde deugen, of ik daar dan niks aan kon doen omdat ik van de reclassering was.” Henk met een brede glimlach: “Tjsa.”
Ook op andere vlakken laat Henk zich gelden. Doordat hij door zijn invulling van de werkstraf ook regelmatig spreekt met slachtoffers, ziet hij dat zij vaak ook hulp nodig hebben. Tussen 1982 en 1984 zet hij samen met de politie en algemeen maatschappelijk werk een Buro Slachtofferhulp op in Noord Nederland. Ook rondom huisvesting voor reclassenten zet hij zich in door afspraken te maken van de woningbouwvereniging over woonbegeleiding etc. Aangespoord door zijn leidinggevenden gaat hij ook naar scholen met reclassenten die daar hun verhaal doen om zo de jeugd te behouden van dezelfde fouten. Henk denkt er met een twinkeling in zijn ogen aan terug. Hij zei, joh dat is allemaal preventiewerk, dat is ook hartstikke belangrijk.” Het ‘normale’ werk deed hij in directe opdracht van rechters of officieren. En dan ook vaak wanneer er een bepaalde discretie gewenst was. “Als er dan een keer een advocaat of de zoon van een officier voor moest komen, schreef ik de rapporten. Dat hoefden alle andere reclasseringswerkers niet te weten, was het idee.”
Door zijn pioniersrol is Henk midden jaren tachtig een expert op het gebied van de alternatieve sancties. “Vanaf 1986 tot 1994 is hij voorzitter van het Buro Alternatieve sancties en werkt voor de stichting Reclassering Friesland, dat onderdeel is van de dan net opgerichte NFR (Nederlandse Federatie van Reclasseringsinstellingen- de directe voorloper van Stichting Reclassering Nederland, red.) In die rol werkt hij veel collega’s in om aan de slag te gaan met alternatieve sancties en later de taakstraf toen die in 1989 in het wetboek van strafrecht kwam. Na een bezoek van een Engelse delegatie, waar Henk een presentatie gaf, werd hij uitgenodigd om in het Verenigd Koninkrijk 10 dagen mee te lopen. De Britten zijn een stuk verder. Henk schrijft voor het bedrijfsblad van de reclassering een verslag over zijn ervaringen waarin hij onder ander ingaat op het opzetten van dagtrainingscentra en de inzet van werkmeesters. Niet veel later doen die ook de intrede in de Nederlandse praktijk. “Voor alle duidelijkheid, anderen hebben dat opgezet, maar ik heb er toen wel als eerste over geschreven”, licht Henk toe.
Henk is als een ‘primus inter paris’ ook gepolst om manager te worden. Hij valt soms in en volgt er begin jarig negentig ook een post HBO-opleiding voor. Het blijkt het niet helemaal te zijn voor Henk. “Ik mag graag zeggen wat ik ergens van vind. En als je dan als manager je mensen beleid moet laten uitvoeren waar je het zelf eigenlijk niet mee eens bent, wordt het voor mij lastig. Henk’ z’n managementopleiding en bijbehorende kennis van (verander)processen komt hem wel goed van pas als hij lid wordt van de centrale ondernemingsraad die betrokken is bij de reorganisatie en fusies die in 1995 leiden tot het huidige Reclassering Nederland. Manager zijn is het dus niet helemaal, maar collega’s ondersteunen bij hun werk, dat is het weer wel helemaal voor Henk. In 1998 wordt Henk dan ook werkbegeleider, een rol die hij tot 2004 vervult. Het eerste jaar combineert hij het met werken in gevangenis Blokhuispoort. Dat heette toen PRA ofwel Penitentiair Reclasseringsaanbod.
Het toeval wil dat het dan ook tijd is voor een moderniseringsslag bij de reclassering. Het ClientVolgSysteem (CVS) moest worden ontwikkeld. 3 keer raden wie zijn vinger opstak om daaraan mee te werken. Henk stopt met het PRA gaat met een aantal collega’s aan de slag met de ontwikkeling van CVS. Hij vindt het leuk om als man van de praktijk samen te werken met de ICT’ers’ die het systeem bouwden. Tegelijkertijd schrijft Henk mee aan het eerste Handboek. “Dat was toen ook echt nodig”, aldus Henk: “We waren dan wel een landelijke organisatie geworden, maar iedereen werkte nog volgens zijn eigen manier, het was tijd om dat gelijk te trekken”
“Een mooie klus, maar niet zonder weerstand”
Toen het CVS klaar was, werden Henk en de andere betrokken collega’s gevraagd om een driedaagse training te gaan geven. “Daarvoor kregen we ook een trainersopleiding aangeboden.” Het geven van de CVS-training brengt Henk door heel het land. Een mooie klus, maar niet zonder weerstand. “Niet iedereen stond te springen om alles digitaal vast te leggen en het systeem was denk ik ook wat dwingender dan sommige collega’s zouden willen. Daarvoor was er veel ruimte om naar eigen inzicht te registreren en het werk in te vullen, misschien wel te veel ruimte.” Licht Henk toe. Een paar jaar later is Henk als werkbegeleider ook betrokken bij het proefdraaien met diagnostisch instrument RISC.
Met al zijn ‘hands-on’ ervaring op het gebied van digitale diagnose-instrumenten en de praktijk is Henk ook de aangewezen man om Bureau Buitenland in 2006 en 2007 te helpen bij het ontwikkelen van een diagnostisch instrument voor Roemenië. De jaren erna blijft Henk actief als allround en zeer ervaren reclasseringswerker en zet hij zich nog veel in voor initiatieven rondom huiselijk geweld. Naast zijn werk op het gebied van vroeghulp advies en toezicht is hij ook mentor voor nieuwe en ervaren collega’s. Henk heeft het hart op de tong, zoekt graag de ruimte tussen de regels en schroomt niet om ook collega’s en leidinggevenden van eerlijke feedback te voorzien.
Hoewel zijn directheid soms wat gewenning vraagt, maakt het hem een geliefd en gewaardeerd collega. Dat blijkt ook uit het feit dat dit eindelijk de 2e keer is dat Henk met pensioen gaat. De vorige keer, nu zo’n 2 jaar geleden hoorde zijn manager Hinke hem aan de telefoon zeggen dat hij het werk zou gaan missen en dat er ook een informeel aanbod lag vanuit de Verslavingszorg en de gebroeders Anker. Henk daarover: “Meen je dat?”, vroeg ze mij. En toen raakten we in gesprek over de mogelijkheid om nog langer bij de reclassering te blijven.” En zo geschiedde. Henk werkte de laatste 2 jaar 24 uur, waarbij hij in zijn laatste jaar als een soort vliegende kiep in de Noordelijk regio functioneerde.
Mocht je denken dat Henk straks achter de geraniums gaat zitten: nee. Een van de redenen om 24 uur te werken was namelijk dat hij zijn VWO-certificaten Engels en Geschiedenis wilde halen omdat de inmiddels 68-jarige in september start met de deeltijdopleiding geschiedenis aan de Rijksuniversiteit Groningen. Uit interesse, omdat hij ook een boek aan het schrijven is over zijn moeder en daarbij veel de geschiedenis in dook en dacht: “Wat is dit toch interessant”.
Henk, die ook een paar keer per week in de sportschool te vinden is, fietst, gitaar speelt en graag reist, is daarmee bijna de belichaming van vitaal blijven. Zijn geheim: “Nieuwe dingen blijven doen, dat geeft veel energie.” Dat gaat hij vanaf morgen, na ruim 41 jaar alleen wel doen buiten Reclassering Nederland. Om te beginnen met een paar mooie reizen. Dik verdiend en we wensen hem alle goeds.
Lees meer
Lees meer