Hoe is het om een enkelband te dragen?
Lees meer
Journalist Jessica Maas en fotograaf Bas Losekoot lopen een dag mee met Vincent de Noord, toezichthouder bij Reclassering Nederland in Rotterdam. Het recht op een tweede kans is het uitgangspunt van zijn werk. ‘Ik steek een hand uit, ze kunnen hem aanpakken of niet.’
Het is iets over half negen in de morgen. Vincent de Noord – helm in de hand – staat voor het gebouw van de reclassering aan het Marconiplein in Rotterdam al te bellen. Zijn werkdag is vroeg begonnen, een collega wil even wat vragen. Zijn opvallend gele motor heeft hij net geparkeerd. De werkdag begint met een fijne workout – achttien trappen op naar de negende verdieping. De lift wordt – vanwege corona – zo min mogelijk gebruikt.
Boven is het stil. Het merendeel van de collega’s werkt thuis en komt net als Vincent af en toe naar kantoor. Uit het raam een indrukwekkend uitzicht op de Rotterdamse haven. Ruim vijf jaar werkt De Noord hier als toezichthouder unit Rotterdam Zuid. In zijn caseload zitten vooral veel jongeren van tussen de 18 en 23 jaar.
De laptop gaat aan. Nog even en dan begint het onlineoverleg met zijn unitmanager Alie en beleidsmedewerker bij de jeugd- reclassering Suzanne. Onderwerp van gesprek: wapenbezit onder jongeren. Een actueel onderwerp dat ook bij Reclassering Nederland op het vizier staat, vertelt Alie. ‘Denk aan de messenproblematiek, waar zoveel media-aandacht voor is. De criminaliteit neemt in ernst toe.’
Het gaat om vertrouwen. Vincent: ‘Ik vraag het cliënten gewoon op de man af. Onlangs nog. Er zat hier een cliënt, hij gedroeg zich wat vreemd, heeft ook altijd zo’n buideltasje om. Was eerder ook aangehouden op bezit van een vuurwapen. ‘Heb je nu een wapen op zak?’, vroeg ik hem. ‘Waarom voel je je zo onveilig dat je een wapen denkt te moeten dragen? Sta je op een dodenlijst?’ Dat was dan volgens hem niet het geval, maar bang was hij wel.’
Het is gecompliceerd, beaamt Suzanne. Wanneer moet je als professional wapenbezit aankaarten? Manager Alie stelt dat het vaak om groepsgedrag gaat. ‘Met wie gaat hij of zij om? Zijn dat jongens die allemaal met een wapen rondlopen?’ Vincent wijst op de populaire drill rap, overgewaaid uit Groot-Brittannië. In de videoclips zwaaien rappers met shanks – enorme messen- en bedreigen vaak groepen uit andere wijken. En daar blijft het niet bij. Zowel in Amsterdam als Rotterdam neemt het aantal steekpartijen toe. ‘Ook in IJselmonde lopen jongeren met een shank bij zich. Maar het zijn niet alleen steekpartijen, we zien ook meer vuurwapens.’
Alie benadrukt dat het wapengebruik ook bij politie en andere ketenpartners hoog op de agenda staat. ‘We werken met de reclassering gebiedsgericht, zodat we weten wat er speelt op straat. Zodat we de wijkagent, het wijkteam en andere professionals ook kennen. Die korte lijntjes zijn zo belangrijk.’ Later zal Vincent ook de samenwerking met het sociaal domein benadrukken. ‘Kijk, iemand woont in een wijk, komt in aanraking met justitie en stapt dan de strafrechtketen in. Maar dat is niet het einde. De bewoner komt na de straf weer terug en moet dan opgevangen worden.’ Het recht op een tweede kans is juist het uitgangspunt van zijn werk.
Tijd voor het volgende onlineoverleg. Bijna dertig medewerkers van Unit Zuid zijn aangehaakt. Sinds maart 2019 zijn deze adviseurs en toezichthouders werkzaam voor IJsselmonde, Feijenoord, Charlois en Hoogvliet. Microfoons en camera’s worden aan- en uitgezet. Een grijze kat springt bij een van de deelnemers op het toetsenbord. Hij blijkt een vaste toeschouwer. Onderwerp van gesprek zijn vooral interne zaken om het online werken te verbeteren.
Tijd voor verse koffie. Vincent, opgegroeid in Holendrecht in Amsterdam, had nooit verwacht dat hij nog eens op kantoor terecht zou komen. Helemaal niet bij een organisatie als deze. ‘Ik deed niet echt mijn best op school, laat ik het zo zeggen. Op mijn achttiende heb ik me aangemeld voor het leger. Met zo’n strookje uit de tv-gids, ken je die nog? Join the army?’
Het bleek een goede zet. Hij klom op tot onderofficier en was verantwoordelijk voor de infrastructuur van verschillende missies. Al op z’n 21e werd hij naar Bosnië gestuurd, later volgden Kosovo, Djibouti en Kabul in 2004. Het leger heeft hem gevormd. Maar na veertien jaar was het genoeg, hij besloot zich om te scholen. ‘Ik wilde de sociale hoek in.’ Hij begon aan de studie SPH aan de Hogeschool Rotterdam. ‘Overdag werkte ik op vliegbasis Gilze-Rijen en ’s avonds ging ik naar school. Op vrijdagavond liep ik stage bij het jeugd- en jongerenwerk. Kinderdisco, kookclub’, lacht hij.
Na zijn opleiding volgden werk in de gehandicaptenzorg en het jongerenwerk. Over elke werkplek vertelt hij met evenveel enthousiasme. Het is die energie van Vincent die opvalt. Later vertrok hij naar jeugdzorg, werd gezinsvoogd en had vaak met jeugdreclassering te maken. Van de jeugdreclassering stapte hij vijfenhalf jaar geleden over naar Reclassering Nederland. ‘Ik heb nogal gehopt, maar hier zit ik op mijn plek. Al die ervaringen helpen me nu enorm. Ik weet waar deze jongeren vandaan komen.’
Een paar trappen naar beneden. Een afspraak met psycholoog Esther van het NIFP (Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie en Psychologie) en de 21-jarige Charlie. Hij wordt ervan verdacht een flink aantal mensen op Marktplaats te hebben opgelicht. Zijn zaak moet nog voorkomen. Zijn voorlopige hechtenis is onder voorwaarden geschorst, zoals dat heet. Dat houdt in dat hij tot de rechtszaak onder toezicht staat van de reclassering, van Vincent. Houdt hij zich niet aan de afspraken dan kan hij weer terug de bak in.
Marktplaatsfraude is een bekende vorm van cybercrime. Verkopers wordt gevraagd om een ‘Tikkie-betaling’ van 1 cent te doen via WhatsApp. ‘En daarna wordt de hele bankrekening leeg getrokken.’ Cybercrime is een van de nieuwe specialismes van Vincent, hij zit in een landelijke werkgroep. ‘We komen het steeds vaker tegen, een nieuw soort criminelen. Jongens die handig zijn met de computer. Juist omdat het zich allemaal online afspeelt, voelen ze ook weinig berouw.’
Esther knikt: ‘De pakkans is laag, het is niet eenvoudig om daders op te sporen.’ In deze zaak ontkent de verdachte alles. Esther heeft Charlie – op verzoek van de reclassering – onderzocht, haar rapport over zijn geestelijke gesteldheid gaat naar de rechter toe. ‘Maar hij werkte niet echt mee. Hij had er allemaal niets mee te maken.’
‘Hey, waar ben je nou? We zitten op je te wachten. Ok, over tien minuten.’ Vincent hangt hoofdschuddend op. Charlie is onderweg.
Nog geen Charlie. Psycholoog Esther wacht niet langer, ze moet naar haar volgende afspraak. Vincent belt nog een keer. Nu een stuk minder vriendelijk.
Een grijze wagen toetert. Charlie – Louis Vuittontas om zijn schouder, Moncler-jasje aan – is met de taxi gekomen. Een begroeting met een boks. Charlie – vrolijke kop, hij lijkt jonger dan 21 – verontschuldigt zich. Hij had geen vervoer, een vriend liet hem zitten, de taxi liet op zich wachten. Vincent wuift zijn excuus weg. ‘We hebben hier afspraken over gemaakt. Dit is jouw verantwoordelijkheid.’
Charlie vertelt dat hij nu bij zijn oom woont, thuis ging het niet meer zo lekker. Hij wil op zichzelf wonen. ‘Ik kan prima voor mezelf zorgen, je weet toch. Dat doe ik al sinds ik twaalf ben. Ik doe de afwas en alles.’ Vincent glimlacht. Hij moet het nog zien. Charlie belooft nogmaals de volgende keer op tijd te komen. De taxi staat nog bij het kantoor.
Vincent: ‘Hij vertelt van alles, maar zegt niet zoveel.’ Zoals zoveel jongeren droomt ook Charlie van een carrière in de muziek. Pas nog kreeg Vincent een videoclip van Charlie via de app. Als een echte gansta-rapper rapt hij zittend op een sportwagen over bitches en de straat. ‘Dat is het droomwereldje. Snel geld, vrouwen, veel blowen.’
Vincent is druk met het volgende onlineoverleg. De kenniscirkel jongvolwassen, waar de drie reclasseringsorganisaties – van het Leger des Heils, SVG en Reclassering Nederland – overleggen over de samenwerking ‘in de keten’.
De volgende cliënt heeft zich gemeld. Het is de 35-jarige Badu, veroordeeld voor bedreiging en mishandeling. Met een grote glimlach begroet hij – trainingsbroek aan, petje op – zijn toezichthouder. Maar eigenlijk gaat het niet zo lekker. Hij heeft geen vaste slaapplek meer. ‘Ik slaap eigenlijk al vanaf m’n zeventiende her en der. Soms bij m’n moeder, dan weer bij vrienden.’ Zeven jaar geleden kwam de Somalische Badu vanuit Jemen naar Nederland toe. ‘Drie jaar geleden ben ik de weg kwijtgeraakt’, klinkt het. ‘Maar dat is voorbij, nu ben ik mijn leven weer aan het opbouwen. Eerst een eigen plek. Dat staat nu voorop.’ Vincent is blij dat Badu nu in ieder geval openstaat voor hulp. Hij heeft nu wekelijks contact met zijn begeleidster van Humanitas Homerun, ziet zijn achtjarige zoontje weer vaak.
Een half jaar geleden leek het even mis te gaan. Vincent kreeg een melding dat Badu was opgepakt door de politie met de zogeheten Benaderingstechniek Gevaarlijke Verdachten. ‘Een vriend van hem heeft blijkbaar vanuit de auto waar Badu achter het stuur zat met een wapen lopen zwaaien.’ Badu: ‘Ineens stonden er twintig agenten om ons heen. Maar ik wist van niks. Ben gefouilleerd en snel weer vrijgelaten.’
Of het goed komt met Badu? Vincent weet het niet. ‘Verkeerde vrienden kunnen veel verpesten. Ik ben heel direct richting cliënten. Ik steek een hand uit, je kunt ‘m aanpakken of niet. Sommige cliënten doen alsof ze geen keuze hebben, maar dat is onzin. Ze hebben elke dag de kans om een andere keus te maken.’
De namen van de cliënten zijn uit privacyoverwegingen gefingeerd.
Dit interview met onze collega Vincent verscheen vrijdag 14 augustus op Zorg+Welzijn en is geschreven door journaliste Jessica Maas. De foto is van fotograaf Bas Losekoot.
Ben je door dit verhaal van Vincent geïnspireerd geraakt en zou het ook wel wat voor jou zijn, het werk als toezichthouder? Check dan onze vacaturepagina. Wie weet zit er wel iets voor je tussen!
Lees meer
Lees meer