Aanpak zedendaders

Reclassering Nederland kan op verschillende manieren betrokken zijn bij zedenzaken. De reclassering adviseert de rechterlijke macht over het opleggen van bijzondere voorwaarden, zoals elektronische controle (enkelband). Tijdens het toezicht werken wij samen met bijvoorbeeld de politie en instellingen waar zedendaders verplicht onder behandeling staan. En er is een gerichte aanpak voor zedendaders: COSA.

 

Risicotaxatie

In opdracht van de rechter, officier van justitie of het gevangeniswezen maakt de reclassering een reclasseringsadvies. In dit rapport staat de analysevan de reclassering met betrekking tot de gebeurtenissen en de omstandigheden van de verdachte, een risicoanalyse, en een advies om herhaling van het delict te voorkomen.

Met het risicotaxatie- en adviesinstrument ‘RISC’ brengt de reclassering op een gestructureerde manier in beeld welke risico’s er zijn. De RISC laat zien welke factoren een risico vormen dat de cliënt weer in de fout gaat, en welke factoren de cliënt juist helpen om op het rechte pad te blijven. De reclasseringswerker maakt op basis van deze gegevens en zijn eigen professionele oordeel een inschatting van het recidiverisico. Dit is onderdeel van het reclasseringsadvies.

Advies

In het advies doet de reclassering een voorstel aan de rechterlijke macht over het opleggen van bijzondere voorwaarden aan de zedendader. Dat kan bijvoorbeeld een gebiedsverbod zijn gecontroleerd met een enkelband. Denk daarbij aan het verbod om in de buurt te mogen komen van slachtoffers of bepaalde plekken, zoals scholen of uitgaansgebieden. Ook kan de reclassering adviseren dat een zedendader verplicht een behandeling moet volgen bij een forensisch psychiatrische instelling. De bijzondere voorwaarden zijn altijd onderdeel van een reclasseringstoezicht.

De rechter bepaalt uiteindelijk of er een reclasseringstoezicht wordt opgelegd, hoe lang dit duurt en welke bijzondere voorwaarden daar in zijn opgenomen

Toezicht

Binnen dit toezicht controleert de reclassering of de zedendader zich aan de opgelegde bijzondere voorwaarden houdt. De toezichthouder (reclasseringswerker) stelt daarnaast doelen op waaraan binnen het toezicht gewerkt wordt met de zedendader om de kans op recidive te verminderen. De toezichthouder kan de zedendader ook begeleiden en ondersteunen bij praktische zaken.

COSA

Reclassering Nederland kan ook de methode COSA (Cirkels van ondersteuning en aansprakelijkheid) inzetten. De grootste risicofactoren voor recidive bij zedendaders zijn sociaal isolement. Bij COSA hebben drie tot vijf vrijwilligers daarom regelmatig contact met de zedendader. Zij voeren gesprekken en ondernemen sociale activiteiten. De vrijwilligers zijn getraind door Reclassering Nederland en letten op signalen van risicogedrag. Bij een dreigende terugval koppelen de vrijwilligers dit terug aan de coördinator van Reclassering Nederland, die zo nodig andere professionals inschakelt.

Uitgebreide informatie over COSA leest u hier

Feiten & cijfers

In 2017 stonden ruim 1.900 mensen op enig moment onder toezicht bij Reclassering Nederland als gevolg van één of meerdere zedendelicten. Gemiddeld 1 op de tien toezichten bij Reclassering Nederland betreft een zedendader. Onder toezicht gestelde zedendaders zijn voornamelijk mannen (97%).