Elze is hulpverlener, Boeddhist, meditatie- en ademhalingstrainer, spiritueel coach, ex-garagehouder, sportschooleigenaar, dichter, tatoeëerder, motorrijder en opa. Daarnaast heeft hij enige bekendheid als voorvechter voor mensen met aardbevingsschade in Groningen. Genoeg te doen dus zou je zeggen. Toch is hij ook vrijwilliger voor COSA, een methode die Reclassering Nederland inzet om te voorkomen dat zedendaders in herhaling vallen. Maar waarom eigenlijk? En hoe is het om aan de slag te gaan met daders die, op z’n zachtst gezegd, op weinig sympathie kunnen rekenen in de samenleving?

In een naar wierook geurende trainingsruimte waar voorheen zijn autobruggen stonden, vertelt hij er meer over. Elze: “Het leek me interessant om te kijken wat die mensen bezielt. Maar vooral wilde ik het doen om mogelijke toekomstige slachtoffertjes te voorkomen. Dat is mijn sterkste motivatie om deel te nemen aan COSA.”

Tweet

Het balletje gaat rollen als Elze een paar jaar terug een tweet ziet van de politie over COSA. Hij zoekt contact met Reclassering Nederland en kort daarna volgt hij een tweedaagse training met andere vrijwilligers waarin ze worden voorbereid op deelname een zogeheten COSA-cirkel, waarbij een groep van vrijwilligers en professionals van de reclassering, politie en andere instanties een cirkel vormen rond een zedendader. Elze rondt één cirkel af, maar moet uit de tweede cirkel stappen wegens gezondheidsredenen. "Maar binnenkort meld ik me weer aan", vertelt hij terwijl getatoeëerde vingers een lepel door zijn koffie roeren. Elze gelooft in COSA, maar is er duidelijk over dat het soms ook best zwaar kan zijn om vrijwilliger te zijn.

Geen geheimen

Een van de motto’s van COSA is ‘geen geheimen’. Dat betekent ook dat het kernlid bij de start zelf aan de vrijwilligers moet vertellen wat hij gedaan heeft. In de tweede cirkel waar Elze aan deelneemt slaat dat in als een bom. “Het moeilijkste en zwaarste moment voor mij was toen dit kernlid vertelde wat hij gedaan had. Ik vroeg hem hoeveel slachtoffers hij dan gemaakt had. Ik zag hem nadenken en langzaam tellen. Hij kwam tot zeven of acht, dat weet ik niet meer precies. Maar het was duidelijk dat hij elk geval in zijn hoofd afspeelde. Het is maar goed dat hij niet wist wat ik op dat moment dacht.”

 

Tenslotte doe je dit uiteindelijk niet voor het kernlid, maar juist om toekomstige slachtoffers te voorkomen

Slachtoffers voorkomen

Zijn ‘Boeddhistische opvoeding’ zoals Elze het noemt, helpt hem bij het omgaan met dit soort situaties. Elze legt uit: “Iemand heeft iets slechts gedaan, dat is duidelijk. En iemand moet ervoor gestraft worden. Simpel zat, daar ben ik heel makkelijk in. Maar tegelijkertijd is dat slechte wat iemand gedaan heeft maar een deel van wie hij is. Moeten we dan iemand helemaal veroordelen als slecht mens? Daar heb ik m’n hele leven al twijfels bij gehad. Daarnaast geloof ik in Karma, maar dat is meer voor mezelf. Ik neem dat niet mee naar de COSA-cirkel. En met het verstrijken van de tijd wordt het iets zachter. Het is niet zo dat je echt begrip krijgt voor iemands daden, maar als je hoort over iemands verleden, wat hij zelf heeft meegemaakt, dan snap je wel meer waar het vandaan komt. En tenslotte doe je dit uiteindelijk niet voor het kernlid, maar juist om toekomstige slachtoffers te voorkomen.”

Wijde blik

In de twee cirkels waar Elze actief in was heeft hij een goede chemie met zijn mede-vrijwilligers. Elze licht toe: “Het is goed dat we met meerderen zijn. Nu kun je bij elkaar checken of je gedachten en ideeën overeenkomen. Ook door op de gespreksverslagen te reageren die we om en om maken van de bijeenkomsten. En als je met drie of vier mensen bent is er altijd wel iemand die verder kijkt.” Op thema-avonden die georganiseerd worden over allerlei COSA-gerelateerde onderwerpen heeft Elze veel andere vrijwilligers uit het land ontmoet. “Je ziet daar veel mensen die hoog-opgeleid zijn, maar wat ze vooral gemeen hebben is een wijde blik. Niet van die mensen die verkokerd denken, snel bang zijn of oeh of aah roepen. Ook bij de jongere vrijwilligers zie ik dat terug, daar heb ik bewondering voor. En de cirkelcoördinatoren zorgen voor een goede samenstelling van de groep vrijwilligers. Ze letten daarbij goed op de balans en hoe de vrijwilligers elkaar aanvullen, qua persoonlijkheid maar ook qua leeftijd.”

Band

Om binnen een cirkel een sfeer te creëren waarin het kernlid open durft te zijn over zijn (risico)gedachten, moet er een band groeien. Elze: “Ik doe dat door ook wat over mezelf te vertellen, over mijn achtergrond en familie bijvoorbeeld. Niet alles natuurlijk of waar je woont.” Om daar met een veelbetekenende grijns aan toe te voegen: "Maar dan moet je natuurlijk niet voor komen rijden met de bus van je garage waar je achternaam en adres op staan, maar goed, dat was maar één keer.” De wekelijkse gesprekken vinden vooral plaats bij het kernlid thuis, maar soms gaan ze er ook even uit. Bijvoorbeeld een avondje bowlen. “En ze hebben dat contact ook wel nodig hoor, want ze zijn vaak eenzaam. En als ze al vrienden hebben zijn dat vaak mensen uit de instellingen waar ze hebben gezeten.” Dan helpt het dat er een groep mensen uit de ‘normale’ wereld is, die een isolement willen voorkomen en bereid zijn om ze af en toe ook te helpen. Elze: “Zo hebben we ook met alle vrijwilligers geholpen met de verhuizing van een kernlid. Ik zag er eerst tegenop, maar toen we bezig waren, zag ik zijn hele houding en gezichtsuitdrukking veranderen. Zoveel betekende het voor hem dat er mensen waren die hem hielpen. Dat vond ik wel mooi om te zien.”

Dan helpt het dat er een groep mensen uit de ‘normale’ wereld is, die een isolement willen voorkomen

Streng en straight

Naast dat ze niet te beroerd zijn om het kernlid af en toe te helpen zijn Elze en zijn medevrijwilligers niet bang om het kernlid een spiegel voor te houden of hard of direct te zijn. Elze “We zijn streng en straight en houden niet onze mond als we ergens wat van vinden. Elze doet voor op strenge toon: “Wat doe je als je merkt dat je gaat staren? ‘Hoofd naar beneden en weglopen’. Goed zo. En als dat niet lukt? ‘Gelijk contact opnemen met jullie of de cirkelcoördinator’. Goed zo.”

Goede afloop?

Gelooft Elze in de goede afloop? Dat hangt ervan af. “Bij het eindigen van de eerste cirkel wel. Ik was zelf wel blij voor hem dat het klaar was. Ook omdat we er allemaal van overtuigd waren dat hij het niet nog een keer zou doen." Over het kernlid uit Elzes tweede cirkel, waar hij om gezondheidsredenen moest uitstappen, is hij minder overtuigd: "Ik kan me moeilijk voorstellen hoe deze man echt kan veranderen." Evengoed is Elze overtuigd van de kracht van COSA. “Kijk, je kunt nooit echt zeker weten dat iemand het nooit meer doet. Maar voorkomen dat een zedendader zichzelf terugtrekt en in een isolement raakt is altijd een goed idee, want daarmee voorkom je meer recidive. Dat laten de onderzoeken en resultaten uit het buitenland ook zien."

Te koop

Hoewel Elze er geen geheim van maakt dat hij COSA-vrijwilliger is, loopt hij er in zijn directe omgeving niet mee te koop. “Want dat wordt in dit soort dorpen al snel niet goed begrepen. Zo van Oh, hij werkt met die viezeriken.” Het lijkt Elze te typeren. Hij kan slecht tegen onrecht en komt in daartegen in actie, los van wat de norm is, of wat anderen ervan denken. Daarnaast is hij erg geïnteresseerd in de werking van de menselijke geest. Zijn kennis en ruime levenservaring past hij nu graag toe in zijn huidige werkzaamheden en binnen COSA. Of het nou gaat om mensen te ondersteunen, of ervoor te zorgen dat ze anderen geen leed toebrengen. Of zoals hij het zelf met een kwinkslag mooi samenvat: "Vroeger werkte ik aan auto’s, nu werk ik aan mensen.”

In 2019 stonden we tijdens een symposium stil bij 10 jaar COSA in Nederland. COSA is een succesvolle methode om recidive bij zedendaders te voorkomen met inzet van vrijwilligers. Op het symposium en werden vrijwilligers uit heel het land in het zonnetje gezet. Hier lees je op onze website meer over deze methode en vind je er cijfers van 10 jaar COSA in Nederland.

Het verhaal van Elze is opgenomen in ons Jaarverslag 2019.