De enkelband is een bekend fenomeen, maar sinds een aantal jaar wordt deze ook ingezet bij de jeugdreclassering. Met een duidelijke reden, want er worden steeds zwaardere delicten gepleegd op jongere leeftijd. Denk aan gewelddadige drillrappers die gebruik van messen promoten, en jonge ‘pedojagers’. Debra werkt bij Jeugdbescherming west als medewerker gedwongen kader en houdt toezicht op deze jongeren. Dat doet ze in samenwerking met Roy, die vanuit zijn rol als Specialist Elektronische Monitoring bij Reclassering Nederland de enkelbanddragers controleert.

In 2014 begon de eerste pilot met enkelbanden bij jongeren en daarmee het begin van de samenwerking tussen de Jeugdbescherming en Reclassering Nederland. Een succes, want sindsdien wordt de enkelband steeds vaker bij deze doelgroep ingezet. “In principe kan iemand vanaf 12 jaar een enkelband krijgen, omdat ze vanaf die leeftijd strafbaar zijn, maar meestal zetten we die pas in als ze wat ouder zijn. Eerst was dat ongeveer vanaf 17, maar we zien die grens verschuiven. Vanuit het beleid is de tendens dat de enkelband nu vanaf 15/16 jaar wordt ingezet en dat gebeurt steeds vaker,” vertelt Debra.

De samenwerking

Maar hoe ziet die samenwerking er praktisch uit? Roy: “Dienst Vervoer en Ondersteuning van DJI beheert de monitoring. Er wordt in het geval van jongeren niet 24 uur gecontroleerd waar ze zijn, maar alle meldingen worden wel gecheckt; bij geen bereik, te laat thuis zijn, in verboden gebied komen, het kruisen van andere enkelbanddragers, etc. Zij filteren die en nemen in sommige gevallen bepaalde stappen. Bij geen contact worden wij gebeld. Daarnaast controleer ik ook elke dag alle meldingen zelf. Die geef ik allemaal door aan de betreffende werker van de jeugdreclassering.”

Het strafbare feit moet wel zodanig zwaar zijn dat strenge controle nodig is

Inhoudelijk pakt Debra het toezicht en contact met de jongere op: “Enerzijds is die manier van werken lastig. Laatst kreeg ik een tijdje geen contact met een van mijn cliënten, die is dan wel traceerbaar via de enkelband, maar ik kan niet zelf controleren waar en of hij in verboden gebied is. Dan ben ik afhankelijk en moet ik soms wachten tot iemand tijd heeft.” Tegelijkertijd is het voor die kleine aantallen niet logisch jeugdreclasseerders op te leiden tot enkelbandspecialisten en vergt het systeem de nodige uitleg. “En Roy is gelukkig bijna altijd bereikbaar,” voegt ze daar snel aan toe.

De enkelband als statussymbool

Er wordt altijd een belangrijke afweging gemaakt om wel of geen enkelband in te zetten bij de jeugd. Roy: “Het strafbare feit moet wel zodanig zwaar zijn dat strenge controle nodig is. Daarbij wordt altijd gekeken naar welk effect het kan hebben.” Dat kan namelijk averechts werken, want een enkelband kan ook een bepaalde status geven. Debra: “Als je een enkelband hebt, heb je ook écht wat gedaan. Dan kijken anderen naar je op en dan kan je er zelfs mee pronken.” Om dat niet te stimuleren, wordt daarover gepraat met de jongeren en wordt er soms bewust geen enkelband ingezet. “Slecht gedrag wil je niet belonen, maar soms is een enkelband toch nodig,” geeft Roy aan. “Al blijft een enkelband een ondersteuning van een toezicht en is de begeleiding leidend.” Maar wat is dan het doel van een enkelband? Debra: “Zorgen dat iemand op bepaalde tijden niet op straat mag komen, afspraken kunnen controleren of gebiedsverboden instellen.”

De inzet van enkelbanden zorgt voor opvallende momenten

Debra vertelt over een casus van een aantal jaren terug: “Er was toen een groep jongvolwassenen actief aan het inbreken in hun eigen wijk. Zij kregen vergelijkbare voorwaarden, waaronder een enkelband met hun eigen wijk als verboden gebied. Alleen via een specifieke ‘groene route’ konden ze de wijk uit om naar school of werk te gaan.” Daarnaast mochten ze ook geen contact met elkaar hebben. Roy: “Soms best lastig. Op de monitor kregen we dan een melding dat ze bij elkaar in de buurt waren. Dan zochten we uit of ze op dat moment in hetzelfde gebouw les hadden of dat ze elkaar bewust opzochten. Uiteraard ontkenden zij dat laatste.” Debra: “Ze woonden letterlijk op dezelfde postcode, soms boven elkaar in dezelfde flat. Dat was wel een uitzonderlijke casus.”

Waardevol

Andersom is dat net zo belangrijk, want wanneer er een melding komt moet er ook een beschikbare medewerker van de Jeugdbescherming zijn om te kunnen acteren. Roy: “We moeten wederzijds bereikbaar zijn dus.” Gelukkig verloopt die samenwerking steeds beter en weten ze elkaar makkelijker te vinden. Roy: “Daarnaast passen we beleidstukken over de uitvoering aan op de praktijk. Recentelijk zijn de eerste beleidsstukken uit 2014, in overleg met de Raad voor de Kinderbescherming en de Jeugdbescherming, geüpdatet. Zo trekken we de uitvoering gelijk in elke regio en verbeteren we tegelijkertijd de samenwerking.” Uiteindelijk is de inzet van de enkelband bij de jeugd volgens hen waardevol en zorgt het tegelijkertijd voor de nodige opvallende momenten. Debra: “Pas was er iemand die met een enkelband om een delict pleegde. De politie vraagt dan GPS op en zo weten ze direct dat hij het is. Tja dat was niet een hele handige actie van die persoon.”

Heeft het verhaal van Roy en Debra je geïnspireerd en lijkt een functie van toezichthouder je wel wat? Bekijk dan hier wat een toezichthouder nog meer doet of check onze vacaturepagina. Wie weet zit er iets voor je bij!