Vandaag is het IDAHOT: International Day against Homo and Transgender Fobia. Homofobie is ook reclasseringswerker Adri niet vreemd. Als homoseksuele man heeft hij er niet alleen in zijn omgeving mee te maken, maar ook in de spreekkamer. Hoe verhoud je je tot cliënten die bij je onder toezicht komen voor zogenaamde hate crimes als het slachtoffer net als jij gay is?

In gesprek met Adri valt zijn vriendelijkheid en zachtaardigheid meteen op. Staat hem dat ooit in de weg? “Toen ik begon met dit werk, vroegen sommige collega’s zich hardop af of ik er wel ‘stevig’ genoeg voor zou zijn. En als ik eerlijk ben, die gedachte had ik soms zelf ook.” Al snel blijkt juist Adri’s zachtaardigheid zijn kracht. “Ik kijk niet alleen naar het delict. Veel liever kijk ik naar de mens en zoek ik naar oprecht contact. Wie ben jij, wat is je achtergrond, wat is er gebeurd dat jij hier nu zit.” Door zijn vriendelijke voorkomen en zijn zachte stem wint hij het vertrouwen van zijn cliënten en zijn zijn werkrelaties vanaf het begin af aan respectvol en solide.

Hate crimes

Hij heeft het naar zijn zin in Haarlem, maar na een tijdje lonkt toch de grote stad. “Steeds vaker hoorde ik verhalen over daders in Amsterdam die zich schuldig hadden gemaakt aan zogenaamde hate crimes. Wat bewoog deze mensen om homoseksuelen of transgenders  in elkaar te slaan?” In Haarlem was dit fenomeen niet zichtbaar, maar Adri vond het dusdanig interessant dat hij ervoor naar Amsterdam overstapte. “En daar ging ik op onderzoek uit.” Adri ging in gesprek met politie en OM, sprak met collega’s en las alles wat erover te vinden was. Het viel hem op dat er in Nederland, in tegenstelling tot omringende landen, geen delictcode is voor hate crimes. En daarmee vallen ze onder geweldsdelicten en worden cliënten niet specifiek op hate crimes bevraagd of behandeld. “Dat vind ik een gemis en zou ik graag anders zien.”

‘Als ze maar van me afblijven’

Ook stuitte Adri op een onderzoek uit 2008, ‘Als ze maar van me afblijven’, over motieven van daders van geweld tegen homoseksuelen. “Uit dat onderzoek blijkt dat daders heel erg op zoek zijn naar mannelijkheid, dat ze veelal in transitieprocessen zitten om die mannelijkheid te verwerven, en dat het eigenlijk ritueel gedrag is dat ze laten zien. Veel hate crimes worden dan ook gepleegd door daders tussen 12 en 25 jaar oud. Naar aanleiding van dit onderzoek ben ik gaan doorstuderen en heb ik een opleiding gedaan tot systeemtherapeut gericht op transculturele behandelsettingen. Mensen die migreren van het ene naar andere land raken zonder beschermende omgeving in de war, en dan moet je beschermende middelen inzetten om hen weer in hun kracht te zetten. Denk daarbij aan het delen van verhalen, het inzetten van rituelen (dingen doen die vertrouwd voelen), op zoek gaan naar een vervanging voor een weggevallen netwerk, dat soort dingen.

 

heel veel coping of acting out gedrag heeft te maken met: ik wil gezien worden, zie mij

Vanuit dat idee dacht ik: dit is ook interessant voor mensen die jong zijn en volwassen worden, die zitten ook in zo’n transitiemodel: misschien kan ik dat soort technieken dan ook inzetten bij de reclassering. Het is echt niet zo makkelijk om van jong naar volwassen te gaan: heel veel coping of acting out gedrag heeft te maken met: ik wil gezien worden, zie mij.”

De rol van schaamte

Het is gedrag dat Adri herkent. Ook hij doet al zijn hele leven zijn best gezien te worden door de mensen die ertoe doen binnen zijn systeem. Zijn ouders bijvoorbeeld. “Mijn ouders hebben het niet makkelijk met het feit dat ik homo ben. Maar inmiddels ben ik al 15 jaar bij dezelfde man en zijn we 6 jaar geleden getrouwd. Mijn ouders willen er heel graag oké mee zijn en zijn dat in hun hoofd ook wel, maar in hun hart is het anders.” En dat het in hun hart niet klopt, merkt Adri. “Het gevoel van afwijzing is er altijd, dat ik er niet mag zijn, althans niet zoals ik in de kern ben. En toen laatst bij een training de trainster binnen een uur drie keer tegen me zei: ‘ik snap helemaal niets van wat je zegt’, ging ik totaal op slot. Dit was weer iemand bij wie ik mijn best deed om gevalideerd te worden, om gezien te worden eigenlijk, en die mij duidelijk maakte: ik doe voor jou geen moeite, jij bent niet belangrijk. Op dat moment voelde ik mij zo klein. Ik ervoer dat echt als intense schaamte.”

Toen hij dit ontdekte, dat hij ‘leed aan schaamte’ zoals hij dat zelf zegt, viel er veel op zijn plaats voor Adri. “Dat ik altijd maar doorstudeer en veel projecten oppak, daarmee laat ik zien: kijk mij, ik doe het toch goed! Maar ook dat ik zacht praat en me het liefst op de achtergrond beweeg, heeft allemaal te maken met een diepgeworteld gevoel van schaamte. Met het gevoel van afwijzing en er niet mogen zijn.”

'Uit de kast komen'

Ook bij zijn cliënten ziet hij de rol van schaamte sterk terug. “Ik kreeg onlangs een cliënt die zich schuldig had gemaakt aan hate crime. Het was in de media verschenen en iedereen in zijn omgeving wist ervan. Deze jongen sloot zich op in zijn huis, kon niet meer slapen. De schaamte over wat hij had gedaan en over dat hij eigenlijk uit zijn eigen systeem werd verjaagd, was enorm.” Adri past op zo’n moment zijn eigen inzichten toe in het toezicht, en in dit geval zelfs zijn geaardheid. “Ik had die man al een jaar onder toezicht en we waren al ver gekomen. Hij had inzicht in zijn daden, realiseerde zich wat het effect ervan was geweest op het slachtoffer en wilde zijn verontschuldigingen aanbieden. Maar daar had het slachtoffer geen oren naar. Om hem toch de mogelijkheid te geven iets te doen met zijn gevoel, wilde ik hem laten weten dat ik in die zin leek op het slachtoffer en dat ik begreep wat die doormaakte. We kenden elkaar echter al een jaar en wat zou mijn ‘uit de kast komen’ doen met onze werkrelatie? Dat vond ik wel spannend. Maar ik heb het hem toch verteld en zijn reactie was hartelijk. Ontroerend wel. Hij gaf aan dat hij graag met mij verder zou werken en dat hij mijn openheid waardeerde.”

IDAHOT

Terug naar de dag van vandaag. Wat denkt Adri dat er bereikt wordt door aandacht te schenken aan de International Day against Homo and Transgender Fobia? Adri grinnikt: “Zolang mensen die vraag blijven stellen, is het nodig om dit soort dagen te houden.” Dan serieus: “De reclassering is een tolerante en vooruitstrevende organisatie. Ik heb met een paar collega’s jaren geleden daar het Pride Netwerk opgericht, we hijsen elk jaar de regenboogvlag, er is veel aandacht voor diversiteit en inclusie. Daar ben ik heel blij mee. Maar dit soort dagen en dat soort aandacht hebben we nog keer duizend, keer tienduizend, nodig om een normverandering te bewerkstelligen. Een normverandering van radicale inclusie. Niet alleen binnen onze organisatie, maar ook binnen de samenleving.”

Essentieel daarvoor is volgens Adri dat we ons openstellen voor de ander en onszelf kwetsbaar durven opstellen. “Nu ik onder ogen heb gezien dat ik lijd aan schaamte, durf ik veel meer. Er is niet langer een geheime deur die open kan, die heb ik immers al ontdekt. Je kwetsbaar opstellen kan echt wat doen voor de werkalliantie met cliënten. Ik durf mezelf nu meer te tonen en te zijn, en dat gun ik iedereen.”