Fenna is toezichthouder en werkt inmiddels al een jaar op haar zonnige blauwe zolderkamer. Haar werkt bestaat voornamelijk uit veel (video)belsessies met cliënten. “Ik mis het dan wel om even een gesprek na te bespreken met een collega. Er is een component van eenzaamheid in het werkende leven gekomen.” Maar die eenzaamheid ziet ze ook terug bij haar cliënten. “In mijn caseload zitten voornamelijk senioren die het niet makkelijk hebben.”

Als toezichthouder was Fenna in het begin vooral bezig haar werk op een andere manier voort te zetten. Dat was voor haar behoorlijk wennen: “De verbinding die je normaal creëert in een spreekkamer is lastiger te leggen via een beeldscherm. Ik moest mijn betrokkenheid anders vormgeven.” Het scheelde voor haar wel dat ze de meesteToe van haar cliënten al langer kende. Fenna: “Het vertrouwen dat ik met hen al had opgebouwd, zorgde ervoor dat ze open durfden te zijn tijdens een videobelsessie, én openstonden voor mijn feedback. Dat maakte voor mij de overstap naar digitaal toezicht houden iets makkelijker.”

Eenzaamheid en frustratie bij cliënten
Maar ook (of misschien juist) voor veel cliënten is het een zware periode. Fenna spreekt haar cliënten vaak. Niet alleen vanwege de ‘verplichte’ toezichtgesprekken, maar ook omdat eenzaamheid bij hen een grote rol speelt sinds corona. Fenna: “Een groot gedeelte van mijn caseload bestaat uit senioren, die zich heel eenzaam voelen. Vooral tijdens de eerste lockdown heb ik daar gericht aandacht aan gegeven. Maar in het algemeen zit corona cliënten soms in de weg om vervolgstappen te zetten en dat zorgt voor frustratie. Een van mijn cliënten zit bijvoorbeeld midden in een vechtscheiding en heeft zijn kinderen al voor langere tijd niet gezien. Simpelweg omdat gesteld wordt dat de omgangsregeling niet plaats kan vinden door corona. Dat is echt moeilijk voor hem.”

Sommige cliënten schieten een beetje door

Daarnaast merkt ze dat meer van haar cliënten het écht zat zijn en dat het gebrek aan perspectief hen opbreekt. “Behandelingen lopen niet goed, er is meer stress, minder sociaal contact en minder begeleiding. Ze zijn meer op zichzelf aangewezen en sommige cliënten schieten dan een beetje door. Ik heb inmiddels  al eens met in complotdenken gespecialiseerde collega's gebeld voor advies. Ik moest  in ieder geval in de afgelopen periode meer maatwerk leveren en ik kijk ook of bepaalde toezichten verlengd moeten worden. Daarnaast betekent het veel (video)bellen, om dat contact goed te houden.”

Alleen maar thuis
Het stukje eenzaamheid herkent ze zelf ook. “Ondanks dat ik een hele fijne werkplek heb en ontzettend dankbaar ben voor alles dat ik wel heb, vind ik het moeilijk om energiek te blijven. Het werkende leven kost meer energie. Ik mis de ‘koffiepraat’.” Waar ze eerst nog wat voorzichtig was en volledig thuis werkte, staat ze haar vaste dag op kantoor nu niet graag meer af. “In het begin was het een vorm van controle om thuis te blijven en de kring klein te maken. Maar dat zou ik nu niet meer goed trekken. En er zijn inmiddels ook cliënten die ik echt live moet zien, zoals nieuwe cliënten waar ik nog iets mee moet opbouwen.”

Genieten van de kleine sprankjes
Ze is heel creatief geworden om het thuiswerken vol te houden. Ze vertelt dat ze nog nooit eerder zoveel aandacht heeft gehad voor lichaamsbeweging en sport en dat ze meer geniet van de kleine ‘sprankjes’ in haar leven. Haar (uitwonende) dochter is een knuffelcontact geworden, “zoals ze dat in België zo mooi noemen. En af en toe zet ik gewoon de muziek keihard aan en ga ik zingend, dansend en schreeuwend door de kamer. Een heerlijke uitlaatklep.”