TER staat voor Terrorisme, Extremisme en Radicalisering. Maar waar collega’s van het TER-team zes jaar geleden, toen ze bij het team kwamen, nog vooral bezig waren met jihadisten en moslim-extremisten, hebben ze nu ook cliënten in hun caseload die geloven dat er chips in de coronavaccinaties zitten waardoor de hele wereldbevolking door een wereldmacht onder leiding van Bill Gates aangestuurd kan worden. Zo ook bij cliënt Manuel, die in de zomer van 2020 voor het eerst in de spreekkamer van TER-medewerkers Herman en Tinka kwam.

TER-specialisten zijn van alle markten thuis: ze zijn altijd én adviseur én toezichthouder, geven gedragstrainingen, monitoren cliënten met enkelbanden, en zijn met 22 collega’s verantwoordelijk voor het hele land, dus ze reizen veel.  100% van hun tijd zijn ze bezig met TER-cliënten, reguliere zaken hebben ze er niet bij. Daarbij doen ze – voor eigen veiligheid en vanwege de complexiteit van de zaken - al hun zaken met zijn twee, waarbij je per cliënt een duo vormt.

Absoluut noodzakelijk, want het werk is erg intensief: je ziet je cliënten vaak, je bespreekt elke cliënt in het Casusoverleg Radicalisering met onder andere politie, OM en de gemeente, je adviezen zijn veel uitgebreider dan reguliere rapportages, strategisch van aard en geschreven voor de lange termijn, en je verdiepen in het gedachtengoed van je cliënt kost ontzettend veel tijd. Herman: “Je moet van de hoed en de rand weten van de ideologie van elke cliënt. Dus zowel van jihadisme van cliënt A tot Qanon-theorieën van cliënt B naar rechtsextremisme van cliënt C en het geloof van kwade krachten in 5G-masten van cliënt D. Pas als je precies begrijpt wat hen beweegt en wat ze geloven, kun je met ze in gesprek. En dat red je niet als je alles alleen moet doen.” Dus zo kwamen Herman en Tinka samen te werken aan de casus van Manuel.

Hij is wat we noemen een beroepsactivist

Manuel is een slimme, interessante maar eenzame vijftiger die bij Herman en Tinka terecht komt vanwege de bedreiging van een politicus. Tinka: “Hij is wat we noemen een beroepsactivist: iemand die constant zijn ongenoegen uit over van alles en nog wat, liefst in onnoemlijke hoeveelheden e-mails en klachten  die hij dan stuurt met tientallen mensen in CC.  En daarmee krijgt hij soms ook wel iets voor elkaar. Het werkt dus, in zijn ogen.” Deze politicus, met wie Manuel volgens hem een bijzondere band heeft en die hij van advies moet voorzien omdat hij magische krachten heeft en uitverkoren is om als enige te zien hoe het met de coronacrisis zit, krijgt ook de nodige e-mails. Die steeds venijniger van toon worden en een hoogtepunt bereiken als het met Manuel slecht gaat door een verbroken vriendschap. Hij zit 40 dagen in voorarrest en komt dan bij Tinka en Herman terecht.

De gesprekken die ze met Manuel hebben, zijn open van aard. Herman: “Hij kon goed met ons praten. We luisterden naar hem, hadden een echt gesprek met hem en dat vond hij fijn. We wisten dat we hem niet konden ‘behandelen’, maar dat het hoogst haalbare was dat hij wist waar de grenzen lagen. Daar hadden we het dus veel over. Mooie was dat hij ons CC’de in bijna al zijn communicatie naar gemeente en politici, waarin hij zijn complotideeën en ongenoegen verkondigde. En als hij in zijn mails dingen schreef die grensoverschrijdend waren, hadden we het er met hem over. En daar luisterde hij ook echt naar. Hij wilde absoluut niet terug naar de gevangenis, dus was gevoelig voor onze argumenten.”

Cliënten zijn vaak makkelijk beïnvloedbaar en leven in een spagaat

In hun toezichten focussen Herman en Tinka sowieso erg op het contact met de cliënt. Weten hoe iemand gekomen is waar hij nu staat en waar diens grieven of ongenoegen vandaan komt, dat is van essentieel belang. Herman: “Wat je wilt, is dat iemand je openlijk vertelt over zijn gedachtengoed, zijn emoties, waartoe hij in staat zou zijn, of hij gewelddadig zou kunnen worden en onder welke omstandigheden dan. En dat realiseer je alleen maar als je niet oordeelt of iemand in een hoek zet. Wat heel ingewikkeld is, want je hebt over alles natuurlijk ook je eigen gedachten.” Vanuit de kennis over hoe iemand denkt, kun je kijken hoe je iemands grieven iets kunt verzachten. We doen dit met een omtrekkende beweging: vaak willen cliënten niet vrij praten over hoe zij het leven zien. Wij proberen dan geschiedenis en actueel nieuws in te brengen en kijken hoe zij hierop reageren. Op die manier ontlok je uitspraken en krijg je zicht op hun gedachtegoed.”

Onderdeel van een netwerk

Geen makkelijke opgave want cliënten zijn vaak makkelijk beïnvloedbaar en leven in een spagaat, waarbij de reclassering aan de ene kant aan hen trekt – al dan niet met familie of vrienden – en hun netwerk aan de andere kant. Want dat is met name wat TER-cliënten met elkaar gemeen hebben: ze maken onderdeel uit van een netwerk. Tinka: “Bij Manuel zou je het niet direct zeggen want hij is geen jihadist of extremist, maar ook bij hem is er sprake van een netwerk, namelijk de mensen op het internet die dezelfde mening hebben als hij. Die mensen zoekt hij actief op , want ze geven hem een gevoel ertoe te doen, het zijn gelijkgestemden, hij voelt zich daar gewaardeerd en minder eenzaam.” Aan Tinka en Herman dus de taak dat netwerk optimaal in kaart te brengen om zo hun toezichtgesprekken met Manuel en hun andere cliënten goed te kunnen voeren. Herman: “Je werk houdt nooit op. Je moet overal van op de hoogte zijn, zowel in Nederland als internationaal. Dus ik volg het nieuws op de voet, lees CNN en kijk naar de BBC, struin fora af, ik wil de ins en outs weten van al die netwerken, van rechts-extremisme tot links-extremisme en alles wat daartussen zit. Je wilt in je gesprekken je cliënt ook kunnen pareren en zeggen: ‘jij zegt dit nu wel, maar ik las dit op de BBC. Hoe zit dat dan?’

Zodra hij begint af te glijden, hebben we dat meteen in de gaten en kunnen we daarop acteren

Het contact met Manuel is intussen voorbij. Hij is veroordeeld en wordt nu verder in de gaten gehouden door een specialistisch team van de politie, alsmede de wijkagent. Herman en Tinka hebben er een goed gevoel over. Tinka: “In het begin was Manuel nogal grillig, waren er wel zorgen over dat hij zichzelf iets aan zou doen, hij dreigde daarmee. Wij zagen daarin een mogelijk risico dat hij daarbij andere zou betrekken Maar door onze talloze gesprekken en het sparren met onze psycholoog, konden we de inschatting maken dat hij zijn dreigementen niet tot uitvoer zou brengen.. Dat hij de hele wereld CC’t als hij communiceert is een groot geluk: zodra hij begint af te glijden, hebben we dat meteen in de gaten en kunnen we daarop acteren. Daarbij ligt er nu een enorm dossier over hem met heel uitgebreide informatie. Mocht hij zich ooit weer schuldig maken aan een strafbaar feit, dan ligt er van alles klaar om op verder te gaan. Wij laten hem vol vertrouwen los.”

 

De naam Manuel is om privacyredenen gefingeerd.