Sinds half maart mogen reclasseringswerkers de meeste Penitiaire Inrichtingen (PI’s) niet of nauwelijks meer in. Ondanks de maatregelen zoeken reclasseringswerkers samen met de medewerkers uit de PI naar oplossingen om hun gezamenlijke werk zo goed mogelijk voort te zetten. Zo ook reclasseringswerker Tineke.

Tineke werkt als adviseur in het Justitieel Complex Zaanstad. Ruim vier jaar geleden startte zij daar al om binnen de muren van de gevangenis reclasseringswerk te doen. In deze gevangenis zitten zo’n 1100 gedetineerden. Tineke maakt adviesrapportages voor de rechtbank, adviseert over detentie- en re-integratietrajecten van justitiabelen en neemt deel aan één van de experimenten waarin Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI), reclassering en gemeenten hun werkprocessen zo goed mogelijk op elkaar af proberen te stemmen.

Plexiglas in spreekkamers

Normaal gesproken is Tineke drie dagen per week in de gevangenis te vinden om justitiabelen te spreken en samen met collega’s de omstandigheden van tientallen gedetineerden te bespreken. Nu werkt ze voornamelijk vanuit huis achter haar computer en met een telefoon in haar hand. Want ze belt nu met justitiabelen en vergadert vooral digitaal met ketenpartners en collega’s van het experiment-team. “We hebben afgesproken om zoveel mogelijk vanuit huis te werken. In de gevallen dat we een face- to- face contact toch echt nodig vinden, spreken we de cliënten in de spreekkamers. DJI heeft voor ons geregeld dat wij onze cliënten veilig kunnen bezoeken, onder andere door in sommige spreekkamers plexiglas te plaatsen.” Zo gaat het werk van Tineke zoveel mogelijk door. Maar liever gaat ze snel terug naar binnen.

Een gedetineerde kan ook niet altijd vrijuit spreken

Een gedetineerde op zijn mobiel bellen, zit er in de PI niet in. Normaal gesproken lopen reclasseringswerkers even langs bij cliënten of casemanagers, maar dat gaat nu niet. Inventiviteit was dus geboden. Tineke: “Al vrij snel had de PI een speciaal e-mailadres aangemaakt waarop wij onze terugbelverzoeken kunnen mailen. Medewerkers van de PI geven deze verzoeken aan de justitiabele die vervolgens telefonisch contact met ons kan opnemen. Natuurlijk mis je in een telefoongesprek de non-verbale communicatie en een gedetineerde die op een kamer zit met een andere gedetineerde, kan ook niet altijd vrijuit spreken. Toch zijn we blij dat we op deze manier contact kunnen maken.” Voor gedetineerden die geen beltegoed hebben of een telefoongesprek niet kunnen betalen, wordt door de reclassering een uitzondering gemaakt: zij mogen collect-call bellen.

Veel vragen en toename zorgen over rechtsgang

Nu de fasering van gedetineerden vrijwel stil ligt, valt op dat gebied advieswerk weg voor de reclassering binnen de PI. Niettemin nemen de vragen over hun rechtsgang en de zorgen van gedetineerden hierdoor juist toe. “We hebben in het begin vooral aan de DJI-collega’s laten weten dat we ‘er zijn’. Door vrij snel een overzicht te maken van welke reclasseringswerkers en casemanagers van welke afdelingen wanneer bereikbaar zijn, kunnen we DJI ondersteunen bij allerlei vragen van gedetineerden. Hoewel we de afgelopen vier jaar al hard gewerkt hebben om de samenwerking tussen de reclassering en DJI te versterken en uit te breiden, levert deze periode ook op dat we elkaar nog meer waarderen. En dat draagt echt bij aan een betere samenwerking.”

We gaan heel graag weer naar binnen

“Toch is deze situatie natuurlijk verre van ideaal”, vertelt Tineke. “Door corona is de intensieve samenwerking zoals die er was vóór corona al een tijd stil komen te liggen. In de gevallen waar je even kort wil overleggen, zoals bij risicocasussen waar je met elkaar over moet beslissen en faseringen die ondanks de maatregelen soms toch kunnen plaatsvinden, gaat het sneller en efficiënter als je elkaar opzoekt. Ook als dat met afstand is of met maximaal twee mensen op een kantoor. Hopelijk brengen de versoepelingen van de overheidsmaatregelen nu ook opties voor ons met zich mee, want we gaan heel graag weer naar binnen.”

In 2016 kwam de reclassering na lange tijd weer terug in de gevangenissen. Inmiddels werken we weer in álle PI’s van Nederland. Met deze terugkeer positioneren we ons steviger binnen het re-integratieproces van een gedetineerde en kunnen we beter bijdragen aan een verantwoorde terugkeer in de maatschappij.

Op 1 juli vorig jaar tekenden minister Dekker, de drie reclasseringsorganisaties (3RO), het gevangeniswezen (DJI) en gemeenten (VNG) een bestuurlijk akkoord. Daarin spraken zij af om nauwer samen te gaan werken om gedetineerden al tijdens detentie beter voor te bereiden op hun terugkeer in de maatschappij. In navolging van dit akkoord startte begin 2020 een tiental experimenten tussen de reclassering, DJI en gemeenten in een landelijk gecoördineerd programma. In de experimenten wordt onderzocht op welke wijze en voor welke gedetineerden deze intensievere samenwerking tussen de 3RO en DJI het beste vorm kan krijgen. De experimenten duren zo’n twee jaar en worden intensief begeleid door leerprocesbegeleiders, onderzoekers van de Hogeschool Utrecht en lokale en landelijke projectleiders.

Dit verhaal is onderdeel van het Jaarverslag 2020