Met een diploma rechtspsychologie op zak en een hart dat sneller ging kloppen in een spannende werkomgeving lag een baan bij de politie voor Imke voor de hand. Maar ook een politiehart kan toe zijn aan verandering en dat was bij Imke begin 2020 – na 14 jaar bij de politie - het geval. “Ik betrapte mezelf op het gevoel van ‘jongens, dat kan niet werken, dat hebben we al eens gedaan’, en dan weet je dat je er niet meer fris in staat.” Ze werd gevraagd voor een nieuw avontuur, als regiosecretaris in regio Zuid, en daar is ze vol enthousiasme aan begonnen. Al vindt ze het ook soms lastig: “Door de coronacrisis is het moeilijk onze organisatie écht te leren kennen.”

Al tijdens haar studie rechtspsychologie wist Imke: ik wil daar zijn waar het gebeurt. “Niet alleen denken in wetenschappelijke modellen, maar mijn kennis toepassen in de praktijk. Buiten de boeken het verschil maken. En dat kon bij de politie.” Ze deed de politieacademie, gevolgd door een master Politiekunde, en koppelde haar kennis over psychologie en politie aan de praktijk.

Een waarheidsgetrouwe getuigenis

Zo implementeerde ze een formulier waarop getuigen van een misdrijf direct na het gebeurde konden invullen wat ze precies gezien hadden. Imke: “Het blijkt dat als mensen getuige zijn van een heftige gebeurtenis en er daarna met allerlei mensen over praten, er van hun getuigenis weinig overeind blijft. Je herinnering wordt een reconstructie waarin snel fouten sluipen, zoals de kleur van een auto. Je wilt als politie dus mensen na een incident zo snel mogelijk horen, en dat kon met dit formulier dat wetenschappers hadden ontwikkeld. Ik heb ervoor gezorgd dat het ook daadwerkelijk werd gebruikt. Mensen vulden ter plaatse in wat ze gezien en ervaren hadden. In dat formulier waren  psychologische aspecten verwerkt waardoor het verhaal in hun hoofd zo versleuteld werd dat ze later op het politiebureau exact hetzelfde vertelden. Dat hebben we bij een aantal grootschalige onderzoeken ingezet, zoals bijvoorbeeld bij Project X in Haren.”

Ik kende de reclassering eerlijk gezegd helemaal niet

Als Limburgse werken in Limburg

Door een interne reorganisatie komt ze in 2014 bij de Unit Informatie te werken, waar ze regiodirecteur Mariëlle Verberk ontmoet. “Die contacteerde mij enkele jaren later, tijdens mijn zwangerschap, of ik niet geïnteresseerd was in de functie van regiosecretaris. Ik kende de reclassering eerlijk gezegd helemaal niet, kende alleen de functie van toezichthouder maar had van advies nog nooit gehoord en wist van werkstraf maar weinig.” Het weerhoudt haar er niet van te gaan praten met toenmalig regiodirecteur Eric Corten, die haar voor de functie enthousiasmeert. “Eric vond verbondenheid met het gebied heel belangrijk, en als Limburgse werken in Limburg heeft inderdaad zo zijn voordelen. Ik kan als het moet met mensen in dialect praten, en ken het werkgebied.” Niet alleen letterlijk, maar ook figuurlijk is Imke bekend met ons werkveld. “Door mijn werk bij de politie ken ik de weg van een boef naar de rechtbank en ik ken de belangrijkste spelers uit het strafrechtsysteem.”

Meelopen met collega’s

In mei 2020 startte ze met de functie. Om te begrijpen wat reclasseringswerkers van dag tot dag meemaken had ze zich voorgenomen veel te gaan meelopen met collega’s. Dat lukte deels. “Ik ben op alle werkstraflocaties geweest en heb bij een advies- en een toezichtgesprek gezeten, maar het spontane van ‘hé, zou ik morgen eens bij jou mogen aanhaken als jij die gedragstraining geeft’, dat zit er niet in.” Ze vindt het lastig, de organisatie, haar collega’s en daarmee ook haar werk leren kennen via een beeldscherm. Ze is ervan overtuigd veel meer tot nut te kunnen zijn als ze haar collega’s ontmoet, echt contact maakt en een band met hen opbouwt. “En dat gaat nu minder makkelijk.” Onlangs is ze aangehaakt  bij een casuïstiekoverleg en dat was leerzaam. Imke: “Ik krijg zo meer zicht op waar collega’s tijdens het werk tegenaan lopen en dat kan ik gebruiken in mijn werk.”

Van een politiehart naar een reclasseringshart

Aan af en toe vergelijken met haar vorige werkgever ontkomt de reclassering nog even niet, maar we komen er helemaal niet slecht uit. Imke: “Bij de reclassering zijn we heel erg bezig met kiezen: zijn we hiertoe wel op aarde, moeten we dit wel doen? Bij de politie blijkt kiezen lastiger, dus dat wij daar zo bewust mee bezig zijn vind ik een mooi iets.” Ook het feit dat we bij de reclassering meer in de luwte werken (“het werk van de politie ligt altijd enorm onder een vergrootglas”) en dat het werk beter met een privéleven te combineren is (“bij de politie sta je echt altijd aan”) spreken haar erg aan. En het voelt veilig. “Ik ben heel goed opgevangen, mensen kijken naar je om. Je wordt niet in het diepe gegooid zo van: regel het maar. Collega’s nemen je bij de hand.”

De verbinding die ze bij de politie voelde, hoopt Imke ook snel bij de reclassering te krijgen. “Als ik nieuws las over de politie, voelde ik daar altijd iets bij. Dat heb ik nu nog niet. Ik kijk uit naar het moment dat ik bij berichtgeving over de reclassering denk: ha, dat is mijn club. Maar dat gaat komen, dat weet ik zeker.”