Age Tolsma weet zich tot op de dag van vandaag te herinneren wanneer hij bij de reclassering kwam: “1 oktober 1988 was mijn eerste aanstelling. Ik heb de brief nog!” In die 33 jaar heeft hij honderden cliënten voorbij zien komen en al die tijd werkte hij met veel plezier. Age: “Mensen die aftellen naar hun pensioen, begrijp ik niet. Ik kon eigenlijk vorig jaar al met pensioen en ik zou ook nu wel langer willen blijven.” Toch is het nu zover en neemt Age officieel afscheid, maar niet zonder terug te kijken op de afgelopen jaren.

Zijn carrière begon met algemeen maatschappelijk werk, waar van alles voorbij kwam. Van weggelopen jongeren tot het regelen van huisvesting voor een compleet gezin. Age: “ik miste iets. Ik wilde graag werken met mensen waar een rafelrandje aan zit. De uitdaging van mensen die balanceren op een grens.” Zo werd hij aangenomen als reclasseringswerker bij een nieuwe gevangenis, de Marwei. Een bijzondere tijd met genoeg uitdaging. Age: “Een aantal jaar nadat ik begonnen was, ontvluchtten vier gedetineerden de Extra Beveiligde Inrichting, met daarbij gijzeling van het personeel. Zoiets blijft je altijd bij...”

Een bedankbriefje

Age is nooit meer weggegaan bij de reclassering, maar heeft wel veel verschillende functies bekleed. “Ik was werkbegeleider, heb talloze adviesrapporten gemaakt en heb me de laatste 15 jaar beziggehouden met TBS. Die laatste functie was wat pittiger. Er was veel focus op het thema vanuit de samenleving, dus er mocht niks misgaan,” vertelt hij. Hij herinnert zich een van zijn vrouwelijke TBS-cliënten. “Ik heb haar 14 jaar lang onder toezicht gehad. Haar op de rails houden was mijn taak en dat deed ik zonder veroordeling als het een keer niet helemaal goed ging. Toen ze op eigen benen terecht kwam stuurde ze me een kaart met ‘bedankt dat je altijd naast me bent blijven staan.’ Dat raakte me wel.”

Cliënten zijn ook gewoon mensen, net als jij en ik

Langdurige toezichttrajecten spreken hem om die reden dan ook het meeste aan. Age: “Mijn oud-leidinggevende zei ooit dat alles staat of valt met het contact dat je hebt met een cliënt.” Die instelling zorgt dat hij verder kijkt dan een delict. “Cliënten zijn ook gewoon mensen, net als jij en ik. Het zijn kinderen, ouders, echtgenoten, buurmannen of buurvrouwen, vrienden, broers of zussen. Het gaat er voor mij om dat iemand weer wat goeds kan opbouwen.  Dat zorgt er automatisch voor dat iemand een minder groot risico voor de samenleving is.” Daarin is hij met trots ruimhartig: “Ik gaf tweede, derde en zelfs tiende kansen.”

Een punt maken van ‘afspraak is afspraak’

Age deed het soms wel net even anders. Zo vertelt hij over de regel voor cliënten om op tijd voor een afspraak te verschijnen. “Wij zeggen altijd ‘afspraak is afspraak’, maar niet iedere cliënt lukt het om op tijd op te komen dagen. Een tijd terug was er een jongeman die altijd een uur te vroeg of te laat kwam. Of wel op het goede tijdstip, maar dan op de verkeerde dag. Ik zei op een gegeven moment dat het me niet uitmaakte,” zegt Age.  Volgens hem niet helemaal hoe het normaal gesproken hoort, maar het werkte wel. “Vanaf dat moment kwam hij nooit meer te laat.”

Nu ik met pensioen ga, wil ik weer een opleiding gaan volgen

Age laat in ieder geval een indruk achter. Zo gaat hij binnenkort naar de ouders van een cliënt die hij 7 jaar onder toezicht gehad heeft. “Zij wilden afscheid nemen,” legt hij uit. Maar ook zijn collega’s waarderen hem. Vooral door het feit dat hij altijd onbevooroordeeld blijft en de ruimte zoekt om het gesprek te voeren met iedereen. Age: “Ik probeerde collega’s altijd mee te geven dat iedereen zich serieus genomen en gehoord moet voelen, ook cliënten die tegenwerken.”

Dat gaat hij wel missen, nu hij met pensioen gaat, maar “me vervelen doe ik nooit,” zegt Age. “Ik doe veel vrijwilligerswerk. Daarnaast overweeg ik een opleiding te volgen in het Hoger Onderwijs Voor Ouderen. Over bijvoorbeeld de geschiedenis van het Midden-Oosten, kunstgeschiedenis of filosofie.” En ook de reclassering kan en wil hij niet helemaal loslaten. Age: “Ik wil als het weer kan nieuwe collega’s wegwijs maken in de organisatie of met hen op pad om de andere ketenpartners te leren kennen. Zodat ze meer zien dan alleen computers en bureaus.” Op de vraag wat hij zijn collega’s voor vertrek nog wil meegeven, antwoordt hij: “Dat ze een hart voor werk, de zaak en elkaar hebben en houden. ”